wetten

Organisatie van de GGZ, DSM, wetgeving
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Organisatie van de GGZ, DSM, wetgeving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les kun je:
  • De levensloop van een zorgvrager met psychiatrische problematiek analyseren vanuit de GGZ-geschiedenis.
  • Advies geven over vervolgbehandeling en overplaatsing.
  • Wet- en regelgeving toepassen in (hoog)complexe situaties (WGBO, Wvggz, Wzd, mentorschap).
  • Zorg en technologie evalueren met een zorgvrager.
  • Uitleg geven over het gebruik van de DSM-V.
  • Grondrechten en plichten in Nederland benoemen.
  • Sociale en professionele netwerken binnen de psychiatrie herkennen en toelichten.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

Korte herhaling DSM-5
Wet- en regelgeving in de GGZ inclusief korte werkvorm
Hoofdopdracht
Reflectie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DSM-5
Wat is het, hoe werkt het bij diagnosestelling?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DSM V
DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.


Waar is de DSM voor bedoeld?
Internationaal classificatiesysteem
Eenduidigheid
Naslagwerk
Hulpmiddel voor diagnosestelling psychiater




Slide 5 - Tekstslide

Het is een diagnostisch en statisch handboek van psychisiche en psychiatrische aandoeningen. 
Het getal 5 betekent dat het om de vijfde versie van dit handboek gaat. De DSM-5 wordt over de hele wereld gebruikt. Je kunt het zien als een soort catalogus waarin alle bekende en officieel erkende psychiatrische ziekten staan beschreven en ingedeeld zijn. 
Wat staat er in de DSM-5?
Psychische stoornissen

- Classificatie
- Criteria (bondig en expliciet)
- Best beschikbare beschrijving van uiting psychische stoornis

Slide 6 - Tekstslide

De kracht van de DSM is dat we in de psychiatrie nu één taal spreken en daarom goed wetenschappelijk onderzoek kunnen doen. Zo weten we nu beter welke interventies bij welke diagnoses werken. De zwakte van de DSM is het feit dat een classificatiesysteem zich via onderzoek baseert op grote groepen zorgvragers. De individuele zorgvrager heeft veel meer nodig dan alleen een psychiatrische DSM-diagnose.
DSM V
DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.


Waar is de DSM voor bedoeld?
Een classificatiesysteem die ervoor zorgt dat iedereen dezelfde definities hanteert voor bepaalde psychiatrische aandoeningen. Zo konden er geen verschillende interpretaties meer bestaan van een bepaalde diagnose.

De DSM wordt door psychiaters gebruikt om psychiatrische diagnoses te kunnen stellen.

Slide 7 - Tekstslide

Het is een diagnostisch en statisch handboek van psychisiche en psychiatrische aandoeningen. 
Het getal 5 betekent dat het om de vijfde versie van dit handboek gaat. De DSM-5 wordt over de hele wereld gebruikt. Je kunt het zien als een soort catalogus waarin alle bekende en officieel erkende psychiatrische ziekten staan beschreven en ingedeeld zijn. 
De DSM-5 bestaat uit 3 delen:

1.  Uitgangspunten DSM-5
      - Inleiding
      - Aanwijzingen voor gebruik
      - Waarschuwing forensisch gebruik

2. Classificatiecriteria en codes

3. Meetinstrumenten en modellen in                           ontwikkeling


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Neuro-ontwikkelingsstoornissen – ADHD, Autisme, LVB
  • Schizofreniespectrum en psychotische stoornissen – Schizofrenie
  • Bipolaire en gerelateerde stoornissen – Manie & depressie
  • Depressieve stoornissen – Depressie, Dysthymie
  • Angststoornissen – Fobieën, Paniek, Gegeneraliseerde angst
  • Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen – Dwang, Verzamelstoornis
  • Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen – PTSS
  • Dissociatieve stoornissen – Identiteitsstoornis, Derealisatie
  • Somatische-symptoomstoornissen – Lichamelijke klachten zonder oorzaak
  • Eet- en voedingsstoornissen – Anorexia, Boulimia
  • Slaap-waakstoornissen – Insomnie, Narcolepsie
  • Seksuele disfuncties – Erectie-, orgasme-, pijnstoornissen
  • Genderdysforie – Onvrede met geboortegeslacht
  • Impuls- en gedragsstoornissen – Oppositioneel, Antisociaal gedrag
  • Verslavingsstoornissen – Alcohol, Drugs, Gokken
  • Neurocognitieve stoornissen – Delier, Dementie (zoals Alzheimer)
  • Persoonlijkheidsstoornissen – Borderline, Narcistisch
  • Parafiele stoornissen – Pedofilie, Voyeurisme
  • Andere gespecificeerde stoornissen – Valt buiten andere categorieën
  • Culturele stoornisconcepten – Cultureel bepaalde uitingen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen van de DSM-5
  • Handig voor onderzoeksdoeleinden;
  • Spreken van één en dezelfde taal;
  • Biedt houvast voor behandelaren (ook voor cliënten en naasten);
  • Koppeling met DBC (Diagnose Behandel Combinatie) en evidence-based behandelvormen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een nadeel van de DSM-5
  • De DSM gaat uit van gemiddelden en niet van de unieke, individuele mens.            --> Werkt stigma's in de hand

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Criteria
  • de aard van de symptomen
  • de ernst van de symptomen
  • de duur van de symptomen
  • soms vormt de leeftijd van de zorgvrager ook een criterium

Slide 12 - Tekstslide

De kracht van de DSM is dat we in de psychiatrie nu één taal spreken en daarom goed wetenschappelijk onderzoek kunnen doen. Zo weten we nu beter welke interventies bij welke diagnoses werken. De zwakte van de DSM is het feit dat een classificatiesysteem zich via onderzoek baseert op grote groepen zorgvragers. De individuele zorgvrager heeft veel meer nodig dan alleen een psychiatrische DSM-diagnose.
De DSM-V is een classificatiesysteem voor het uitvoeren van psychiatrische diagnostiek.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de DSM-5 staan verschillende categorieën psychische stoornissen beschreven. Verbind de categorie met de juiste stoornis.
Angststoornissen
Voedings- en eetstoornissen
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
Sociale-angsstoornis
Paniekstoornis
Boulimia nervosa
Autismespectrumstoornis
Specifieke fobie
Anorexia nervosa

Slide 14 - Sleepvraag

Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen betreffen tijdelijke of chronische aandoeningen die gewoonlijk ontstaan in de kindertijd of adolescentie.Ontwikkelingsstoornissen kunnen erfelijk zijn, ontstaan door lichamelijke ziekten, trauma’s of opvoedings- en gezinsproblemen. Aandoeningen in deze categorie belemmeren de normale ontwikkeling van het kind of de adolescent tot volwassene. De inhoud, ernst en duur van de aandoening bepalen de keuze voor een passende behandelvorm
Binnen welke categorie van DSM 5 valt een stoornis in het vloeiend spreken (stotteren), met aanvang in de kindertijd
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Persoonlijkheidsstoornis
C
Dissociatieve stoornis
D
Angststoornis

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen welke categorie van DSM 5 valt een paniekstoornis?
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Persoonlijkheidsstoornis
C
Angststoornis
D
Obsessieve compulsieve stoornis

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke categorie van DSM 5 valt narcolepsie?
A
Persoonlijkheidsstoornis
B
Angststoornis
C
Slaap- en waakstoornis
D
Voedings- en eetstoornis

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verpleegkundige ziet dat mw. Ekster af en toe haar en wol opeet. Hoe noemen we dit?
A
Boulimia nervosa
B
Vraatzucht
C
Rumineren
D
Pica

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Binnen welke categorie van DSM 5 valt Alzheimer?
A
Neurobiologische ontwikkelingsstoornis
B
Neurocognitieve stoornis
C
Persoonlijkheidsstoornis
D
Depressieve stemmingsstoornis

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent de afkorting DSM?
A
"Diagnostic and Stratigical Manoeuvre of Mental Diseases.
B
"Defense and Statistical Measurments of Mental Disorders.
C
‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.
D
"Diagnose and Sickness Manual of Mental Disorders.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Korte uitleg van:
WGBO (rechten en plichten van de zorgvrager)

Wvggz (dwang en verplichte zorg)

Wzd (bij verstandelijke beperking/dementie)

Mentorschap (rol en verantwoordelijkheid)

👉 Werkvorm: Mini-casus in groepjes:
Geef per wet een situatie waarin je deze toepast. Wat doe je als zorgverlener? Wat mag wel/niet?
Bijv. een cliënt met een psychose die weigert opgenomen te worden. Of een cliënt met dementie die geen medicatie wil.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ WGBO – Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst
🟠 Regelt de relatie tussen zorgverlener & patiënt

🟡 Belangrijke rechten voor patiënten:
🔸 Recht op informatie over diagnose & behandeling
🔸 Toestemming geven voor behandelingen (informed consent)

📉 Doel: Transparante, respectvolle en patiëntgerichte zorg

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ WVGGZ – Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg
🟠 Sinds 1 januari 2020 – Regelt verplichte zorg bij psychische aandoeningen
🟡 Wanneer?
🔸 Bij gevaar (ernstig nadeel) voor de persoon zelf of anderen
🔸 Besluit via crisismaatregel (burgemeester) of rechterlijke machtiging

🟠 Financiering:
✔️ ZVW (Zorgverzekeringswet)
✔️ WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning)
✔️ WLZ (Wet Langdurige Zorg)

📉 Doel: Bescherming en zorg voor mensen met ernstige psychische problematiek

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ Wet Zorg en Dwang (WZD)
🟠 Sinds 1 januari 2020 – Regelt rechten bij onvrijwillige zorg & opname

🟡 Voor wie?
🔸 Mensen met een verstandelijke beperking
🔸 Mensen met een psychische aandoening (zoals dementie)

🟠 Wanneer?
✔️ Alleen als het echt niet anders kan
✔️ Besluit via aanvraagformulier bij CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg)

🟡 Financiering:
🔸 Via de Zvw (Zorgverzekeringswet)

📉 Doel: Bescherming van rechten bij onvrijwillige zorg

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ Mentorschap in de GGZ

  • Wordt aangevraagd via de rechter
  • Mentor beslist niet over geld, alleen over zorg (denk aan: behandeling, verzorging, verpleging).
  • Komt voor bij psychische aandoeningen, verstandelijke beperking of dementie.
  • Zorgvrager houdt zoveel mogelijk eigen regie, mentor ondersteunt of neemt beslissingen alleen als het echt nodig is.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🏥 Wie heeft welke verantwoordelijkheid?

Rol                                                    Verantwoordelijk voor...
Mentor                                            Beslissingen over persoonlijke zorg & begeleiding
Behandelaar                                Het medische behandelplan en uitvoering daarvan
Zorgverlener                                Uitvoeren van dagelijkse zorg & signaleren problemen
Zorgvrager                                    Beslist mee als dat mogelijk is


📌 Belangrijk:
Mentorschap is bedoeld om zorg op maat en bescherming te bieden aan mensen die dit nodig hebben. Samenwerking tussen mentor, zorgvrager en zorgverleners is cruciaal!



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🧠 Mentorschap & Verantwoordelijkheid in de GGZ


Een mentor is een wettelijke vertegenwoordiger die beslissingen neemt over de persoonlijke zorg en begeleiding van een zorgvrager die dat zelf (tijdelijk) niet goed kan.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TOETS

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🎯 Opdracht:
Werk in duo’s 
Je krijgt een fictieve cliëntbeschrijving met psychiatrische problematiek (bijv. schizofrenie, borderline of bipolaire stoornis). 
Aan de hand van deze cliënt werk je aan de volgende onderdelen:

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachtonderdelen
  • Analyseer de levensloop van de cliënt vanuit GGZ-perspectief.
  • Stel een behandeladvies op (vervolgstappen + overplaatsingsadvies indien nodig).
  • Pas wet- en regelgeving toe op een conflictsituatie in de casus.
  • Bespreek technologie die passend zou kunnen zijn bij deze cliënt.
  • Gebruik de DSM-V om te verklaren welke diagnose is gesteld.
  • Noem relevante grondrechten/plichten voor deze cliënt.
  • Benoem het netwerk van zorgverleners en instanties die rond deze cliënt werken.

📋 Eindproduct:
Een korte mondelinge presentatie van 5 minuten per groep + een beknopt schema (bijv. op een A3 of digitaal) waarin de hoofdpunten per onderdeel visueel zijn uitgewerkt.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Wat heb je geleerd over de psychiatrie en wetgeving?

Welke situaties vond je lastig?

Waar moet je als zorgverlener alert op zijn in complexe GGZ-zorg?


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WLZ
ZVW
WZD
WGBO
WKKGZ
AVG
WET BIG
WVGGZ
WMO
ZVW

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ Wetten in de Zorg
🟠 Doel:
✔️ Beschermen van patiënten
✔️ Waarborgen van zorgkwaliteit

🟡 Belangrijk voor zorgverleners:
🔸 Moeten zich houden aan verschillende zorgwetten
🔸 Wetgeving bepaalt rechten en plichten in de zorg
📉 Gevolg: Veilige, betrouwbare en kwalitatieve zorg

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ Wet Langdurige Zorg (WLZ)
🟠 Sinds 2015 – Regelt zware, intensieve 24-uurs zorg
🟡 Voor wie?
🔸 Kwetsbare ouderen
🔸 Mensen met een beperking
🔸 Mensen met een psychische aandoening

🟠 Financiering:
✔️ Gemeente (ZIN) – Zorg in natura
✔️ Eigen bijdrage (PGB) – Persoonsgebonden budget

📉 Doel: Langdurige, passende zorg voor mensen die het nodig hebben

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ Wkkgz – Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg
🟠 Regelt kwaliteit & klachtenafhandeling in de zorg

🟡 Belangrijke punten:
🔸 Zorgverleners moeten goede zorg leveren
🔸 Veilige zorgomgeving waar incidenten worden gemeld
🔸 Snelle en zorgvuldige afhandeling van klachten & geschillen

📉 Doel: Verbeteren van zorgkwaliteit en patiënttevredenheid


Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

🔒 AVG – Algemene VerordeningGegevensbescherming
🟠 Sinds 25 mei 2018 – Europese privacywetgeving

🟡 Regels voor organisaties & overheden:
🔸 Wat ze mogen en moeten doen met persoonsgegevens
🔸 Bescherming van privacy in alle sectoren

🟠 Extra streng in de zorg:
✔️ Zorgvragers vallen onder bijzondere persoonsgegevens
✔️ Strengere regels voor verwerking en beveiliging

📉 Doel: Privacy waarborgen & persoonsgegevens beschermen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ BOPZ – Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen
🟠 Regelt de rechten van mensen bij gedwongen opname

🟡 Belangrijke punten:
🔸 Geldt voor psychiatrische instellingen
🔸 Beschermt patiënten tegen onterechte dwangopname
🔸 Zorgt voor rechtsbescherming & toezicht

📉 Doel: Balans tussen zorgverlening en patiëntenrechten

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ BIG – Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg
🟠 Regelt registratie & titelbescherming in de zorg

🟡 Belangrijke punten:
🔸 Beschermde titels (bijv. arts, verpleegkundige, fysiotherapeut)
🔸 Kwaliteitseisen & bevoegdheden voor zorgverleners
🔸 BIG-register controleert wie bevoegd is om bepaalde handelingen uit te voeren
📉 Doel: Waarborgen van deskundige en veilige zorg

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

⚖️ WMO – Wet Maatschappelijke Ondersteuning
🟠 Sinds 1 januari 2015 – Regelt hulp & ondersteuning bij verminderde zelfredzaamheid

🟡 Voor wie?
🔸 Ouderen & mensen met een beperking
🔸 Hulp voor zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen

🟠 Voorzieningen:
✔️ Huishoudelijke hulp
✔️ Vervoer & begeleiding

🟡 Aanvraag & Financiering:
🔸 Via de gemeente (Zorg in Natura - ZIN)
🔸 Mogelijk via Persoonsgebonden Budget (PGB)
📉 Doel: Zelfstandigheid & participatie in de samenleving bevorderen

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies