4.6 Enzymwerking

4.6 Enzymwerking
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.6 Enzymwerking

Slide 1 - Tekstslide


Voorkennis

Slide 2 - Tekstslide

Waaruit bestaan lipiden?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 3 - Quizvraag

Waaruit bestaan eiwitten?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 4 - Quizvraag

Waaruit bestaan sacchariden?
A
Glucose-, galactose- of fructosemoleculen
B
Aminozuren
C
Glycerol + vetzuren

Slide 5 - Quizvraag

Wat staat hier afgebeeld?
A
Aminozuur
B
Dipeptide
C
Tripeptide
D
Oligopeptide

Slide 6 - Quizvraag

Uit hoeveel aminozuren bestaat een proteïne?
A
1
B
3
C
>10
D
>100

Slide 7 - Quizvraag

Zodadelijk krijgen jullie een instructiefilmpje te zien. Het filmpje zal automatisch beginnen spelen als je naar de volgende slide gaat.

 

Spoel het filmpje niet zelf verder en bekijk het volledig! In het filmpje staan namelijk vragen verwerkt over wat er gezegd wordt. 

Vul al deze vragen in en vul je werkboek mee aan als dit gevraagd wordt.
Succes!

Slide 8 - Tekstslide

10

Slide 9 - Video

01:13
Wat is de functie van een enzym?

Slide 10 - Open vraag

02:53
Wat gaat een enzym doen met de activeringsenergie die nodig is om een chemische reactie te laten verdergaan?
A
De benodigde energie verlagen
B
De benodigde energie verhogen

Slide 11 - Quizvraag

05:10
Wat bedoelt men met het actief centrum van het enzym?

Slide 12 - Open vraag

05:38
Wat wordt er bedoeld met substraatspecificiteit?
A
Een enzym kan maar met slechts één bepaald substraat binden
B
Een enzym kan met verschillende substraten binden
C
Een enzym kan nooit binden met een substraat

Slide 13 - Quizvraag

07:06
Wat gaat het enzym amylase doen?
A
Het breekt zetmeel af tot maltose
B
Het breekt lipiden af tot glycerol en vetzuren
C
Het breekt proteïnen af tot aminozuren
D
Het breekt maltose af tot glucose

Slide 14 - Quizvraag

10:19
Als je een stuk vlees eet, hoeveel enzymen heeft je lichaam nodig om de proteïnen in het vlees volledig af te breken naar aminozuren?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quizvraag

11:38
Het enzym amylase gaat zetmeel afbreken. Welk molecule ontstaat dan?

Slide 16 - Open vraag

11:59
Het enzym lipase gaat een lipide afbreken. Welke twee moleculen ontstaan daarbij?

Slide 17 - Open vraag

13:54
Ga door naar de volgende slide om het volgende deel van de video te bekijken.

Slide 18 - Tekstslide

Vul je werkboek mee aan en bekijk het filmpje verder op de volgende slide.

Slide 19 - Tekstslide

4

Slide 20 - Video

18:05
Over welk van de 4 factoren die de enzymwerking beïnvloeden werd hier gesproken?
A
Substraatconcentratie
B
Temperatuur
C
Zuurtegraad
D
Enzymconcentratie

Slide 21 - Quizvraag

20:16
Wat is de optimale temperatuur waarbij enzym Z het best werkt?

Slide 22 - Open vraag

20:33
Welke pH is het zuurst?
A
pH = 1
B
pH = 10
C
pH =7

Slide 23 - Quizvraag

24:33
Welke 4 factoren beïnvloeden de enzymwerking?

Slide 24 - Open vraag

11:38
Geef het enzym dat lactose gaat afbreken tot glucose en galactose.

Slide 25 - Open vraag

!Belangrijk!
Zie NW => documenten => Examen juni 
Hier kunnen jullie al de examenvragen terugvinden die jullie tijdens het mondeling deel van het examen van NW gaan krijgen.
Jullie kunnen deze voorbereiden en uploaden in de uploadmap. Ik verbeter dan je antwoorden, zodat je zeker bent dat je antwoorden juist zijn.

Slide 26 - Tekstslide

Heb je alle leerstof begrepen?

Slide 27 - Open vraag