Het werkwoord venir(=komen) in het Frans

Het werkwoord venir(=komen) in het Frans
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het werkwoord venir(=komen) in het Frans

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je het werkwoord venir in het Frans gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Introductieslide waarin de leerdoelen worden genoemd.

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het werkwoord venir
Het werkwoord venir betekent 'komen' in het Frans.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat het werkwoord venir is en hoe het wordt gebruikt in het Frans.
hij is gekomen (venir)
A
il est venue
B
il venait
C
il est venu
D
il a venu

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elles ........(venir)
A
viens
B
vient
C
viennent
D
venez

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

venir : vous ....
A
venez
B
venisez
C
venirez

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

je........(venir)
A
viens
B
vient
C
viennent
D
venez

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

venir

Ik ben gekomen
A
je suis venue
B
je suis venu
C
j'ai venu
D
je viens

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het werkwoord venir en zet in de juiste vorm:

Dimanche, tu (bent gekomen) _____________ _____________ à Toulouse pour la fête?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het werkwoord venir en zet in de juiste vorm:

Nous (komen) ______________ diner ce soir chez vous.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het werkwoord venir en zet in de juiste vorm:

Ton oncle (komt) ______________ aussi à l'anniversaire de ta mère?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het werkwoord venir en zet in de juiste vorm:

Monsieur Dupont? Vous (bent gekomen)______________ ______________ au restaurant hier soir?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal het werkwoord venir en zet in de juiste vorm:

Tu (komt)______________ danser avec moi?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de hele zin en let hierbij op de juiste vorm van het werkwoord 'komen'. Begin je zin met een hoofdletter en eindig met een punt of vraagteken:

Hij komt tussen twaalf uur 's middags en half twee.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de hele zin en let hierbij op de juiste vorm van het werkwoord 'komen'. Begin je zin met een hoofdletter en eindig met een punt of vraagteken:

Jullie komen om één uur.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de hele zin en let hierbij op de juiste vorm van het werkwoord 'komen'. Begin je zin met een hoofdletter en eindig met een punt of vraagteken:

Zij zijn naar school gekomen.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan het werkwoord 'venir-komen' in de présent en passé composé vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies