H3 spelling blok 4 samengestelde woorden

Lezen (10 min) - in stilte 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen (10 min) - in stilte 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw leesboek
  • Vanaf volgende week moet je weer een leesboek bij je hebben
  • NUR code: 285
  • Let op: de telling blijft staan. We beginnen niet opnieuw.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe gaan we spelling blok 3+4 afsluiten?
Vandaag (woensdag 27 maart): 
-Nieuwe stof: samengestelde woorden 
-Je ontvangt een werkwijzer met herhaling van alle theorie 

Woensdag (3 april):
-Nieuwe stof: tussenletters in samenstellingen

Donderdag (4 april):
-Proeftoets maken over Spelling (blok 3 +4) 
-antwoordenblad aan het eind van de les

Woensdag (10 april):
-Toets maken over Spelling (blok 3+4) - weging is 1,5

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 spelling blok 4 samengestelde woorden
 
Aan het einde van de les:
1. Kan je samengestelde woorden correct schrijven.
2. Heb je geoefend met het schrijven van samengestelde woorden

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan elkaar of los?
Wat is het verschil tussen:
1. Naakt modeltekenen
2. Naaktmodeltekenen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde woorden
Een samengesteld woord is een woord dat bestaat uit twee (of meer) delen die ook zelfstandig kunnen voorkomen.

Zoals:
Superheld (2 delen)
Barbiepop (2 delen)
Eerstehulpverlener (3 delen)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samengestelde woorden
Samengestelde woorden schrijf je zoveel mogelijk aan elkaar. Er zijn wat uitzonderingen bij zelfstandige naamwoorden en werkwoorden. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 1
Samengestelde zelfstandige naamwoorden die een betekeniseenheid vormen schrijf je aaneen.
Die dus samen echt iets nieuws betekenen.

Voorbeelden: lagelonenlanden, zaalvoetbalploeg

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 2
Als de samenstelling een tweedelige eigennaam bevat, laat je de spatie staan. 

Voorbeelden: Louis Vouittontas, Lady Gagafan

Eigennamen duiden specifieke personen, dingen en plaatsen aan. Ze krijgen bijna altijd een hoofdletter.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 3
Samengestelde bijvoeglijke naamwoorden schrijf je aaneen.

Voorbeelden: hoogdravend, ruimdenkend

 Het hoge plafond
Het dravende paard
De ruime kamer
De denkende leerlingen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 4
Veel samengestelde werkwoorden schrijf je aaneen.

Beetje gek: alleen het tweede deel is een werkwoord en het eerste deel is een bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord

Voorbeelden: overdrijven, hardlopen, huishouden, stukmaken, televisiekijken, vioolspelen
 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 4
Uitzondering: een combinatie van dezelfde soort woorden die minder vaak voorkomen schrijf je weer los. Hiervoor zijn geen harde regels.

Voorbeelden: herrie maken, film kijken, gitaar spelen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 5
Schrijf combinaties van een bijwoord met een voorzetsel of van twee bijwoorden aaneen. 

Voorbeelden: erin, hierdoor, daarboven, waarheen

Een bijwoord is een woord dat meer informatie geeft over een ander woord in de zin, of over de hele zin. Zo is heel in ‘Zij is heel aardig’ een bijwoord. In ‘Ik kom morgen niet’ zitten twee bijwoorden: morgen en niet.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regel 6
Schrijf combinaties van een bijwoord met een voorzetsel wel los als er een zelfstandig naamwoord achter staat (waarmee het een geheel vormt).

Voorbeeld:
Los: het mandje hangt voor op de fiets
Aan elkaar: de favoriet loopt voorop.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat: Opdracht 3 op blz 164 (spelling blok 4)
Hoe: In je eigen schrift 
Hulp: Rustig overleggen mag
Tijd? 15 minuten

Klaar? Haal het antwoordenblad op van mij bureau

Niet klaar? Huiswerk voor volgende week
Opdracht maken

Slide 15 - Tekstslide

Leerlingen worden aan de slag gezet door middel van een visueel WHHTUK-model.