(2M) H2 voedsel, beweging en gezondheid paragraaf 3

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H 2
  • maken opdracht 2 t/m 5
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • waarom er steeds meer voedsel geproduceerd moet worden en welke gevolgen dit heeft
  • wanneer voedselproductie en voedselconsumptie meer of minder duurzaam is.
  • waarom het kweken van insecten duurzamer is dan het kweken van rundvlees
  • Welk soort voedsel eten de Amerikanen het meest?
  •  Hoeveel % van de bevolking eet niet genoeg groente, fruit en zuivel?
  •  Wie eten er vooral ongezond? Waarom is dat zo denk je?
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare school

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H 2
  • maken opdracht 2 t/m 5
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • waarom er steeds meer voedsel geproduceerd moet worden en welke gevolgen dit heeft
  • wanneer voedselproductie en voedselconsumptie meer of minder duurzaam is.
  • waarom het kweken van insecten duurzamer is dan het kweken van rundvlees
  • Welk soort voedsel eten de Amerikanen het meest?
  •  Hoeveel % van de bevolking eet niet genoeg groente, fruit en zuivel?
  •  Wie eten er vooral ongezond? Waarom is dat zo denk je?

Slide 1 - Tekstslide

nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Benodigde voorkennis 
Je weet wat levensverwachting is
Je weet wat openbare ruimte is
Je weet wat
Je weet
het gemiddelde aantal verwachte levensjaren op een bepaald moment.
een gebied dat voor iedereen toegankelijk is. zoals een park of bibliotheek

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

uitleg/aantekeningen

Slide 5 - Tekstslide

Meer voedsel 
  • Wereldbevolking is toegenomen  
  • Meer voedselproductie 
    -> nodig grond en water nodig 
    -> voor mensen ook voor veevoer 
  • Tropisch regenwoud wordt gekapt om soja en mais te verbouwen -> veevoer 

Slide 6 - Tekstslide

Duurzaam voedsel 
= voedsel waar de gevolgen voor mensen, dieren en de omgeving
 zo klein mogelijk zijn, zodat de mensen in de toekomst ook nog
voldoende en gezond kunnen eten. 

Voorbeeld: 
  • minder vlees eten 
  • minder voedsel weggooien 
  • insecten eten 
  • duurzame bestrijdingsmiddelen
  • geen vervuilde machines

Slide 7 - Tekstslide

Inrichting van de openbare ruimte
= Gebied dat voor iedereen toegankelijk is 
(parken, bibliotheek en pleinen). 
  • inrichting van de openbare ruimte verschilt 
  • Inrichting bepaalt ook een deel van je gedrag

infrastructuur = alle voorzieningen op personen, goederen of informatie te vervoeren.

Slide 8 - Tekstslide

In de VS 
  • Groot land met veel reliëf
  • Mensen leggen grote afstanden af
  • Openbare ruimte is anders ingericht 

Slide 9 - Tekstslide

Amerika heeft:

-Grote afstanden
-Wel reliëf
-Weinig stoepen, fietspaden en zebra's



Gevolg: Mensen pakken vaker de auto en bewegen hierdoor minder
Nederland heeft:

-Kleinere afstanden, voorzieningen dicht bij elkaar
-Geen reliëf
-Goede infrastructuur, dus stoepen, wegen/fietspaden en zebra's


Gevolg: Mensen kiezen vaker voor lopen en fietsen

Slide 10 - Tekstslide

Levensverwachting van de Amerikaanse bevolking
  • Veel Amerikanen leven ongezond
  • Eten ongezond 
  • Bewegen weinig (gebruiken vooral auto en het ov om ergens naar toe te gaan)
  • door dit gaat de levensverwachting van de Amerikanen naar beneden.  

Slide 11 - Tekstslide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 3 H voeding+ wat eet Amerika+ openbare ruimte
maken opdracht 2 t/m 5
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 28/29
  • werkboek blz. 34/35/36/37
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 12 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 13 - Tekstslide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

vandaag heb ik geleerd:
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

vandaag vind ik nog moeilijk:
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag