Instaptoets werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Instaptoets werkwoordspelling

Succes! 

Hoe werkt het?

Als je meer dan 1 antwoord moet invullen, doe dat dan als volgt: werkwoord 1, werkwoord 2 

voorbeeld: liep, gegeten 

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Ik (vinden) .................................................................. het belachelijk dat de scheidsrechter onze club (benadelen)...........

(Worden) …………………. je daar zelf niet ongerust van?

De goochelaar (bekennen) ........................... dat hij het publiek altijd met allerlei gebaren (misleiden)………………….......................

Persoonsvorm verleden tijd

Terwijl jij je gisteren na gym als een gek (omkleden) ...................., (spoeden) .......... de rest van de klas zich al naar wiskunde.

De scheidsrechter (fluiten) …………… toen de voetballers hun ongenoegen hardop (uiten) ……………………

Het (verbazen) …………………. ons dat hij zich toen zo (misdragen) ……………………

Noteer de juiste spelling. Als zowel pvtt als pvvt kan, kies dan pvtt

Sinds zij van haar tante een som geld heeft (erven) ............., (spenderen) ................... ze het aan onzinnige zaken.

Zo (verwennen) ...................... zij zichzelf gisteren nog met een dure jas van (verven) .................... bont.

Direct na haar aankoop (doen) ....................... de vrouw zich tegoed aan een vers(bereiden) .................... maaltijd.

De vrouw had spijt dat ze zich had (volproppen) ...................... : ze paste niet meer in ‘de zojuist (aanschaffen) ........................ galajurk.