Omgangskunde assertiviteit

Les 5: opkomen voor jezelf
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 5: opkomen voor jezelf

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
1. Eindopdracht
2.Terugblik vorige les
3. Stukje theorie
4. Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

De eindopdracht
= 29 januari onder de les

Slide 3 - Tekstslide

Als mensen cultureel van elkaar verschillen, vergroot dat de kans op miscommunicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Culturele diversiteit wordt zichtbaar in de manier waarop mensen leven en met elkaar omgaan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Culturele gewoonten maak je je eigen in de kindertijd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

De betekenis van non-verbale communicatie is internationaal.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Vandaag: thema 6 hoofdstuk 12

Slide 8 - Tekstslide


Wat weet je al over assertiviteit?

Slide 9 - Woordweb

12.3. Drie manieren van reageren
In situaties waarin jouw belangen met die van anderen botsen, kun je op drie manieren reageren.

1. Non-assertief (sub assertief)
2.Assertief
3.Agressief

Assertiviteit wil zeggen: zelfverzekerd en op een rustige wijze opkomen voor jezelf en je eigen belangen en behoeften, zonder de ander te kwetsen of diens belangen te ontkennen of te schaden.


Slide 10 - Tekstslide

12.2 Het belang om voor jezelf op te komen

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen voor non-assertieve mensen
• Raken vaker overbelast

• Bouwen sneller stress op

• Melden problemen vaak te laat

• Gaan van schijn-tevredenheid direct naar onoplosbaar probleem

Slide 12 - Tekstslide

Je collega vraagt of je wilt werken vanavond. Je bent heel erg moe en ziet het niet zitten.

Wat is een non-assertieve reactie?
A
Je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond
B
Je zegt haha wat denk jij, bekijk het maar
C
Je gaat toch werken, omdat je bang dat hij anders boos wordt
D
Je zegt ja, maar meld je op het laatste moment ziek

Slide 13 - Quizvraag

Gevolgen voor assertieve mensen

•Iedereen weet waar hij/zij aan toe is

•Heeft  en handelt vanuit zelfrespect

Slide 14 - Tekstslide

Je staat samen met je vriendin in de rij voor de kassa in de supermarkt. Iemand anders wil voordringen. Hoe reageer je assertief?
A
Je baalt en zegt niet
B
Je begint te schreeuwen
C
Je maakt een opmerking naar je vriendin over het asociale gedrag.
D
Op een respectvolle en nette manier zeg je dat je eerder in de rij stond

Slide 15 - Quizvraag

Gevolgen voor agressieve mensen

•Je verliest het relatie-aspect uit het oog

•Jouw woorden kunnen hard aankomen, men kan bang voor je worden

•Je zult steeds vaker, sneller en erger agressief reageren

Slide 16 - Tekstslide

Ellen spreekt haar collega rustig aan op het niet nakomen van afspraken. Rustig en duidelijk geeft hij aan wat er vandaag fout is gegaan. Haar collega laat hem niet uitpraten. 'Nou, alsof jij altijd je afspraken nakomt. Wat een arrogantie zegt, om mij hierop aan te spreken! Wat denk je wel!'

Welke reactie geeft de collega?
A
Agressief
B
Assertief
C
Non-assertief

Slide 17 - Quizvraag

Oorzaken voor het hebben van moeite met assertief reageren:
  • bescheidenheid
  • angst
  • te hoge verwachtingen van anderen
  • verlegenheid
  • schuldgevoelens
  • sterk plichtsbesef
  • geen eenling willen zijn
  • bewuste keuze

Slide 18 - Tekstslide

12.6 Aandachtspunten bij het stellen van grenzen, weigeren en nee zeggen
Zeg geen "ja" als je "nee" bedoelt.
•Gebruik geen smoesjes.
•Laat rustig en duidelijk horen dat je iets niet wilt.
•Spreek in de ik-vorm, haal er geen anderen bij.
•Geef eventueel een reden of geef een alternatief.
•Weiger zo nodig nog eens duidelijk.
•Zorg dat je non-verbale communicatie in overeenstemming is met wat je zegt.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Edition: 1a/1b/2a/3a/4a/4c/6

-> 6 zelf een test zoeken op internet

Slide 20 - Tekstslide