5.4 Sociale zekerheid en 6.4 Een rampjaar

5.4 Sociale zekerheid en 6.4 Een rampjaar
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

5.4 Sociale zekerheid en 6.4 Een rampjaar

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan uitleggen wat sociale zekerheid is 
  • Ik kan uitleggen hoe sociale zekerheid is geregeld bij ziekte
  • Ik kan uitleggen hoe sociale zekerheid is geregeld bij werkloosheid

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg verzorgingsstaat

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht casussen
  1. Iedereen gaat in tweetallen aan de slag met 2 casussen. 
  2. Geef antwoord op de drie vragen.
  3. Gebruik hiervoor internet en de methode.
  4. Hiervoor heb je 15 minuten.
  5. Leg de casus op de hoek van jullie tafel als je                                  klaar bent. 

timer
15:00

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht casussen
  1. Bespreek de casussen met het groepje achter je, zodat je uiteindelijk alle antwoorden hebt op de 4 verschillende casussen. 
  2. Je hebt hiervoor 7 minuten.
  3. Leg de casus op de hoek van jullie tafel als je                        klaar bent. 

timer
7:00

Slide 6 - Tekstslide

Casus 1: Tim en zijn gebroken arm
Antwoorden:
  1. Tim kan mogelijk een ziektewetuitkering krijgen via de Ziektewet (ZW) als hij niet kan werken door zijn gebroken arm. Als hij in loondienst is, betaalt zijn werkgever meestal de eerste weken zijn loon door.
  2. De Ziektewet wordt betaald via premies die werknemers en werkgevers afdragen aan de overheid. Als iemand werkt, wordt er automatisch geld ingehouden voor sociale verzekeringen.
  3. Tim moet zich zo snel mogelijk ziekmelden bij zijn werkgever. Zijn werkgever regelt vervolgens de loondoorbetaling of helpt hem bij de aanvraag van een ziektewetuitkering.

Slide 7 - Tekstslide

Casus 2: Mevrouw De Vries en haar pensioen
Antwoorden:
  1. Mevrouw De Vries heeft recht op AOW (Algemene Ouderdomswet), een basispensioen van de overheid voor iedereen die in Nederland heeft gewoond en gewerkt. Daarnaast kan ze mogelijk een aanvullend pensioen hebben opgebouwd via haar werkgever.
  2. Een sociale verzekering (zoals de AOW of Ziektewet) wordt betaald uit premies die werkenden en werkgevers afdragen. Een sociale voorziening (zoals de bijstand) is een vangnet voor mensen zonder inkomen en wordt betaald uit belastingen.
  3.  Mensen kunnen een eigen pensioen opbouwen via een werkgeverspensioen of door zelf te sparen/beleggen voor later.

Slide 8 - Tekstslide

Casus 3: De familie Yilmaz en huurtoeslag
Antwoorden:
  1. De familie Yilmaz kan mogelijk huurtoeslag krijgen, een sociale voorziening die bedoeld is om mensen met een laag inkomen te helpen bij hun woonkosten.
  2. Om huurtoeslag te krijgen, moeten ze aan voorwaarden voldoen, zoals een maximaal inkomen, een niet te hoge huurprijs en een zelfstandige woonruimte.
  3. Andere toeslagen zijn zorgtoeslag (hulp bij de zorgverzekering), kinderopvangtoeslag (voor ouders die werken en kinderopvang gebruiken) en kindgebonden budget (extra geld voor gezinnen met kinderen).

Slide 9 - Tekstslide

Casus 4: Jesse en werkloosheid
Antwoorden:
  1. Jesse kan mogelijk een WW-uitkering (Werkloosheidswet) krijgen als hij onvrijwillig werkloos is en genoeg uren heeft gewerkt voordat hij zijn baan verloor.
  2. Jesse moet in de afgelopen tijd minimaal 26 weken hebben gewerkt om recht te hebben op een WW-uitkering. De hoogte en duur van de uitkering hangen af van zijn eerdere salaris en arbeidsverleden.
  3. Jesse kan zich inschrijven bij het UWV, solliciteren naar nieuwe banen en misschien een omscholing volgen om zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten.

Slide 10 - Tekstslide