bla

bla
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

bla

Slide 1 - Tekstslide

De twee lijnen zijn:


A
loodrecht
B
evenwijdig
C
weet niet

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent dit
symbool



A
de lijnen zijn evenwijdig
B
dit is een rechte hoek
C
het is een vierkant
D
de lijnen snijden elkaar loodrecht

Slide 3 - Quizvraag

Dit is een:



A
scherpe hoek
B
stompe hoek
C
rechte hoek
D
inspringende hoek

Slide 4 - Quizvraag

Hoe groot is hoek A2?


A
90
B
58
C
52
D
48

Slide 5 - Quizvraag


Hoe groot is hoek Q4?



A
57
B
180
C
123
D
143

Slide 6 - Quizvraag

Als ik een getal vermenigvuldig met honderd dan


A
gaan er twee nullen af
B
gaat er één nul af
C
komen er twee nullen bij
D
komt er één nul bij

Slide 7 - Quizvraag

Als ik een getal deel door duizend dan schuift de komma
A
één plaats naar links
B
twee plaatsen naar links
C
drie plaatsen naar links
D
vier plaatsen naar links

Slide 8 - Quizvraag


- 3 : 1 + 6 : 2 =
A
1,5
B
-1,5
C
0
D
1

Slide 9 - Quizvraag


5 x 6 + (4 - 3) =
A
35
B
25
C
29
D
31

Slide 10 - Quizvraag

wortel van 529
A
23
B
29
C
18
D
21

Slide 11 - Quizvraag

wortel van 64
A
9
B
8
C
7
D
32

Slide 12 - Quizvraag

vereenvoudig de volgende wortel
50
A
2√5
B
2√25
C
10
D
5√2

Slide 13 - Quizvraag

Wat kun je met wortels?
A
Oppervlakte van een vierkant berekenen
B
Opeten
C
Zijde van een rechthoek berekenen
D
Zijde van een vierkant berekenen

Slide 14 - Quizvraag

de wortel van 9 is?
A
81
B
1
C
3
D
18

Slide 15 - Quizvraag

Herleid de wortel
18
A
23
B
32
C
92
D
36

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de wortel van 81?
A
40,5
B
8
C
9
D
8,1

Slide 17 - Quizvraag

Schrijf als één wortel:
265
A
120
B
230
C
211
D
60

Slide 18 - Quizvraag

Vereenvoudig de wortel
500
A
5100
B
510
C
1005
D
105

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf als één wortel
A
kan niet
B
10xy
C
21x2
D
21xy

Slide 20 - Quizvraag

Sommige wortels kunnen wiskundig gezien niet, dus welke wortels mogen wiskundig gezien wel en welke niet?

√(-9)
A
Bestaat wel
B
Bestaat niet

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de wortel van - 100 ?
A
- 10
B
10
C
- 50
D
Kan niet

Slide 22 - Quizvraag

Welke wortel is het grootste getal?
of
66
410
A
66
B
410
C
Ze zijn aan elkaar gelijk
D
Dat kun je niet zeggen

Slide 23 - Quizvraag

Schrijf als één wortel

62
A
12
B
144
C
72
D
Dat kan niet

Slide 24 - Quizvraag