Bij deze zelfstandige naamwoorden horen lidwoorden. Het ene zelfstandige naamwoord krijgt het als lidwoord, het andere zelfstandig naamwoord krijgt de als lidwoord.
Slide 6 - Tekstslide
Zelfstandige naamwoorden
mensen, dieren, dingen
Je moet weten of een zelfstandig naamwoord de of het als lidwoord krijgt, omdat je dan weet of je met 'deze, dit, die of dat' naar dit woord moet verwijzen.
Slide 7 - Tekstslide
Zelfstandige naamwoorden
mensen, dieren, dingen
Bij een de-woord gebruik je deze en die.
De jongen -> deze jongen / die jongen
Bij een het-woord gebruik je diten dat.
Het cadeau -> dit cadeau, dat cadeau.
een de-woord is mannelijk (m) of vrouwelijk (v)
een het-woord is onzijdig (o)
Slide 8 - Tekstslide
Oefenen
H6 Formuleren
§2: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig
Bladzijde 220-221
Opdracht 1 t/m 3
Site voor opdr 2 vandale.nl
Zelfstandig of samen (op fluistertoon!)
waar?
wat?
hoe?
Slide 9 - Tekstslide
Einde van deze les!
Als het goed is weet je nu:
Hoe je moet bepalen of zelfstandige naamwoorden de of het als lidwoord krijgt.