goede tijden slechte tijden

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

de conjunctuurklok van het cbs
er zijn veel indicatoren die iets zeggen over de stand van de economie. 
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) laat deze iedere maand zien in de conjunctuurklok

Slide 7 - Tekstslide

                                    conjunctuurklok

Recessie: dalende economische groei onder de trend

-stijgende werkloosheid

 -dreiging deflatie

opmerking: tegenwoordig betekent recessie: twee kwartalen achter elkaar economische krimp

gemiddelde economische groei over een langere periode. In nl: 2,5%

Depressie:

economische krimp, dus economische groei onder de nul procent. Deze term wordt eigenlijk niet meer gebruikt. Tegenwoordig is een recessie onder de nul procent (twee kwartalen achter elkaar economische krimp.

Neergang

Economische groei daalt maar is nog wel hoger dan de trend.

Expansie: het economisch herstel zet door en komt boven de trend.
Herstel: economische groei neemt toe maar zit nog onder de trend.
conjunctuurbeweging
Schommelingen in de productiegroei als gevolg van schommelingen in de bestedingen.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Berekening CPI

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Monetair beleid
Taak ECB: prijsstabiliteit (inflatie +/- 2%)
1. Rente instrument


Slide 17 - Tekstslide

Rentebeleid ECB
De ECB kan de rente veranderen.
  • Rente omhoog --> consumenten gaan meer sparen en minder lenen. Gevolg: vraag naar producten daalt en de inflatie daalt.
  • Rente omlaag --> consumenten gaan minder sparen en meer lenen. Gevolg: vraag naar producten stijgt en inflatie stijgt.

Slide 18 - Tekstslide

ECB en het stabiliteitspact

Het stabiliteitspact bestaat uit een aantal voorwaarden waaraan de lidstaten van de EU moeten voldoen .

Belangrijkste voorwaarden:
- staatsschuld mag niet boven 60% van het BBP uitkomen
- begrotingstekort mag niet meer dan 3% van het BBP bedragen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide