Grammatica herhaling

Grammatica
Herhaling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
Herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica
Redekundig ontleden
- Zinsdelen
Taalkundig ontleden
- Woordsoorten

Hoofd- en bijzinnen
Voegwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Welke zinsdelen zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Welke woordsoorten zijn er?

Slide 4 - Open vraag

[Ik loop naar school.]
Hoofdzin
Bijzin

Slide 5 - Poll

Ik loop naar school, [want de bus is kapot.]
Hoofdzin
Bijzin

Slide 6 - Poll

Ik loop naar school, [omdat mijn fietsband lek is.]
Hoofdzin
Bijzin

Slide 7 - Poll

Meneer Timmerman, [fan van kruidnootjes], heeft bij de hema al sinterklaassnoep gekocht.
A
Onderwerp
B
Bijstelling

Slide 8 - Quizvraag

[Meneer Timmerman, fan van kruidnootjes,] heeft bij de hema al sinterklaassnoep gekocht.
A
Onderwerp
B
Bijstelling

Slide 9 - Quizvraag

[De nieuwe ijswinkel op de hoek van de straat] deelt gratis ijs uit.
A
Onderwerp
B
Bijstelling

Slide 10 - Quizvraag

De [nieuwe] ijswinkel op de hoek van de straat deelt gratis ijs uit.
A
Onderwerp
B
Bijvoeglijke bepaling

Slide 11 - Quizvraag

[Op de hoek van de straat] is een nieuwe ijswinkel geopend.
A
Bijwoordelijke bepaling
B
Bijvoeglijke bepaling

Slide 12 - Quizvraag

Mijn moeder heeft [aan de buren] het pakket gegeven.
A
Lijdend voorwerp
B
Meewerkend voorwerp

Slide 13 - Quizvraag

Mijn moeder heeft aan de buren [het pakket] gegeven.
A
Lijdend voorwerp
B
Meewerkend voorwerp

Slide 14 - Quizvraag

Hoeveel persoonsvormen heeft de zin?
Ik ben gister naar school gelopen.
A
Een
B
Twee

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel persoonsvormen heeft de zin?
Mijn moeder is ziek, want ze heeft rauwe kip gegeten.
A
Een
B
Twee

Slide 16 - Quizvraag

Wat wil je nog extra oefenen van redekundig ontleden?

Slide 17 - Woordweb