Op zijn vorige afschrift had Jan een saldo van € 968.
Wat is het nieuwe saldo van Jan op 27 september?
19-09
Abonnementskosten sportschool
€ 40
21-09
Opname bij geldautomaat
€ 400
25-09
Salaris ontvangen
€ 2.868
27-09
Contactloze betaling snackbar
€ 15
Slide 8 - Tekstslide
Banksaldo
Je koopt een trui van € 40.
Het saldo op je bankrekening is nu € 20.
Bereken hoeveel het vorige saldo op je bankrekening was.
Slide 9 - Tekstslide
Banksaldo
Je betaalt € 5 contactloos in de supermarkt. Op je bankrekening is € 17,50 zakgeld bijgeschreven.
Het saldo op je bankrekening is nu € 40.
Bereken hoeveel het vorige saldo op je bankrekening was.
Slide 10 - Tekstslide
Banksaldo
Op 21 oktober heeft Eline een saldo van € 820.
Wat was het oude saldo van Eline op 16 oktober?
17-10
Abonnementskosten KPN
€ 40
18-10
Contactloze betaling AH
€ 20
20-10
Salaris ontvangen
€ 560
21-10
Opname bij geldautomaat
€ 50
Slide 11 - Tekstslide
Aan het begin van de dag heb je € 162,50 op je bankrekening staan. Je betaalt met je pinpas een spijkerbroek voor € 45 en een cadeautje voor € 7,95. Wat is je saldo aan het eind van de dag?
Slide 12 - Open vraag
Je koopt een taart van € 12,50. Het saldo op je bankrekening is nu € 32,50. Bereken hoeveel het vorige saldo op je bankrekening was.
Slide 13 - Open vraag
Je koopt een bioscoopkaartje van € 11,50 . Op je bankrekening is € 17,50 zakgeld bijgeschreven. Het saldo op je bankrekening is nu € 56,21. Bereken hoeveel het vorige saldo op je bankrekening was.
Slide 14 - Open vraag
Toepassen
Slide 15 - Tekstslide
Toepassen
Pak je studiewijzer en maak de opdrachten. Kijkna en verbeter je fouten.
Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten als je klaar bent.
timer
20:00
Slide 16 - Tekstslide
Afsluiting
Slide 17 - Tekstslide
Yalou heeft op 16 maart een tegoed op haar bankrekening van € 32,45. Op 17 maart ontvangt zij via de bank € 389,54 en betaalt zij € 647,18. Bereken het nieuwe saldo na 17 maart.