In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
15.2 Vetten
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Introductie quiz vetten
Uitleg vetten
Lezen 15.2
Maken 18ABC, 19, 21, 22, 24 t/m 27
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een functie van vet in het lichaam?
A
Energiebron
B
Bouwsteen cellen
C
Isolatie
D
Bouwsteen hormonen
Slide 3 - Quizvraag
Vetten zijn onderdeel van een gezond voedingspatroon.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Welke vetten passen bij een gezond voedingspatroon?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten
C
Transvetten
Slide 5 - Quizvraag
Olie is een vloeibaar vet.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Het is mogelijk om lokaal vet te verbranden, bijv. buikvet, door specifieke sportoefeningen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Leerdoelen
Je kunt m.b.v. Binas tabel 67G een vet tekenen bij gegeven namen van vetzuren en kunt uit een gegeven structuurformule van een vet nagaan uit welke vetzuren het is opgebouwd.
Je kunt de reactievergelijking in structuurformules geven van het ontstaan van een vet, van de hydrolyse hiervan, van vetharding en verzeping.
Je weet wat fosfolipiden zijn en hoe de celmembraan is opgebouwd hiermee.
Je kunt uitleggen op microniveau waarom (cis-)onverzadigde vetten gezonder zijn dan verzadigde vetten en transvetten.
Slide 8 - Tekstslide
Functie van vetten
Energiebron en reserve opslag voor energie.
Opbouw van de celmembraan.
Isoleren en beschermen van organen.
Bouwsteen voor hormonen.
Slide 9 - Tekstslide
Bouw van vetten
Glycerol + 3 vetzuren --> vet
Vet wordt ook wel triglyceride genoemd.
In een vet zijn esterbindingen aanwezig.
Zie Binas tabel 67G
Slide 10 - Tekstslide
Naamgeving esters
Deel van alcoholgroep = zijgroep, achtervoegsel -yl
Deel van zuurgroep = hoofdketen, achtervoegsel -oaat
Voorbeeld: methylethanoaat
Slide 11 - Tekstslide
Naamgeving vetten
Dezelfde manier als 'gewone' esters
Alcohol is glycerol, als zijgroep: glyceryl
Vetzuren als hoofdketen: bijv. stearaat (van stearinezuur)
Voorvoegsels gebruiken voor aantal vetzuren.
Voorbeeld: glyceryltristearaat
Slide 12 - Tekstslide
Verzadigde en onverzadigde vetten
Verzadigd vetzuur = alleen enkele C-C bindingen aanwezig.
Onverzadigd (enkelvoudig of meervoudig) vetzuur = 1 of meer dubbele C=C bindingen aanwezig.
Verzadigde vetten zijn vast bij kamertemperatuur, onverzadigde vetten zijn vloeibaar bij kamertemperatuur.
Waarom??
Slide 13 - Tekstslide
Verzadigde en onverzadigde vetten
Dubbele C=C bindingen zorgen voor zwakkere vanderwaalsbinding, waardoor het smeltpunt lager ligt.
Verzadigde vetten zijn slecht voor de gezondheid -> celmembraan wordt minder flexibel.