6.2.3 volt. dw, hww en komma

6.2.3 volt. dw, hww en komma
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Taal / spellingBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

6.2.3 volt. dw, hww en komma

Slide 1 - Tekstslide

Hulpwerkwoord
heeft een beetje hulp nodig van het voltooid deelwoord.
Hulpwerkwoorden komen vaak van de werkwoorden:
worden, hebben of zijn

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het hulpwerkwoord in de zin?
De judoles is begonnen.

Slide 3 - Open vraag

Wat is het hulpwerkwoord in de zin?
Ik heb naar een andere speler geknikt.

Slide 4 - Open vraag

Wat is het hulpwerkwoord in de zin?
Hij heeft mijn arm gepakt.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het hulpwerkwoord in de zin?
Ik ben in de aanval gegaan.

Slide 6 - Open vraag

Wat is het hulpwerkwoord in de zin?
We hebben allebei ons best gedaan.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het hulpwerkwoord in de zin?
Maar ik heb gewonnen!

Slide 8 - Open vraag

Voltooid deelwoord
zijn werkwoord die klaar zijn, voltooid.
Beginnen vaak met ge-, be-, of ver-. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het volt. deelwoord in de zin?
Welk spel hebben wij gespeeld?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het volt. deelwoord in de zin?
Iedere speler heeft één pion gekregen.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het volt. deelwoord in de zin?
We hebben met een dobbelsteen gegooid.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het volt. deelwoord in de zin?
Ik ben twee keer in de gevangenis gekomen.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het volt. deelwoord in de zin?
Mijn broertje heeft een station gekocht.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het volt. deelwoord in de zin?
Heb jij het spel geraden?

Slide 15 - Open vraag

Komma
Bij voegwoord 
Ik ga spelen, want daar heb ik zin in.
Bij een opsomming 
Ik neem mijn bikini, duikbril en handdoek mee.
Voor of na een naam wanneer je iemand aanspreekt
Henk, schiet je even op?

Slide 16 - Tekstslide

Typ de zin goed over (met komma)
Daan heb je dat gehoord?

Slide 17 - Open vraag

Typ de zin goed over (met komma)
Heb je je appel huiswerk en brood mee?

Slide 18 - Open vraag

Typ de zin goed over (met komma)
Straks wordt de juf boos omdat je te laat bent.

Slide 19 - Open vraag

Typ de zin goed over (met komma)
Straks wordt de juf boos omdat je te laat bent.

Slide 20 - Open vraag