- Waar kom je bezoekers tegen?
Maak tweetallen.
Bedenk samen drie bedrijven waar jullie hebben gewerkt of stage hebben gelopen.
Geef in een Wordbestand antwoord op de volgende vragen.
Waar in het gebouw kwamen de bezoekers?
Sprak je de bezoekers altijd aan?
Herkende je altijd een bezoeker?
Hoe weet je dat het bijvoorbeeld niet een (onbekende) collega was?
Wat zou je tegen een bezoeker kunnen zeggen als je die in de gang tegenkomt?
Sla het Wordbestandbestand op.