Zouten 5.1 en 5.2

10.1 Zouten: eigenschappen van zouten 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

10.1 Zouten: eigenschappen van zouten 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zouten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Je weet de samenstelling van zout te benoemen.
Je kan de rol van zout in bakkerijproducten verklaren.
Je kent verschillende soorten zout.
Je weet wat de wettelijke eisen zijn voor zout in brood.
Je weet wat er gebeuren kan bij het oplossen van zouten.
Toepassen herhalingsstof.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar gebruiken wij zout voor

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke 2 stoffen bestaat keukenzout?
A
Natrium & Cacium
B
Natrium & Chloride
C
Calcium & Chloride
D
Magnesium & Calcium

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een niet-metaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee niet-metalen
D
een moleculaire stof die kan oplossen in water

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke Scheidingsmethode kan ik zout uit zout water halen
A
bezinken
B
destilleren
C
indampen
D
filtreren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zout is "hygroscopisch"
wat betekent "hygroscopisch"?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van zouten
Vaste zouten hebben een kristalrooster.

Naam zout:
eerst metaal, dan niet-metaal
Natrium-Chloride (rationeel)
keukenzout (triviaal)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplosbaarheid van zouten
Een zout:
  • postief-ion
  • negatief-ion
Oplossen in water
  • Ionen worden opgeven door water
  • Toestandsaanduiding: aq van aqua

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zouten hebben een kristalrooster.
Hebben zouten een hoog of een laag kookpunt?
A
Hoog
B
Laag
C
Zouten kunnen niet koken, ze zijn altijd vast.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zout oplossen
Zout oplossen in water 
dan valt het uiteen 
in ionen:

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oplossen van een zout
Indampen van een zout

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er gebeuren als je twee verschillende zoute oplossingen bij elkaar doet? (Noem 2 opties)

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oplosbaarheid zouten 
  • alle zouten met als positief ion kalium, natrium en ammonium zijn altijd goed oplosbaar
  • alle zouten met als neg. ion een nitraat zijn goed oplosbaar

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Wat verwacht je wat er gebeurt op microniveau bij een slecht oplosbaar zout? 

Slide 23 - Tekstslide

De spinner staat voor het feit dat 1 iemand antwoord gaat geven. 


Zinkoxide is een zout. Zoek op in je BiNaS wat de oplosbaarheid van dit zout is.
A
Goed
B
Matig
C
Slecht
D
Bestaat niet

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 …ZnO (s) → …Zn (s) + …O₂ (g) 
Wat voor soort reactie is dit?
  • Ontledingsreactie
  • Wat betekenen de symbolen?
  • zink en zuurstof
  • Maak de reactie kloppend
  • 2 ZnS + 3 O2  --> 2 ZnO + 2 SO2
  • Geef de molecuulmassa van zinkoxide.
  • 81,38g

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Check de leerdoelen.
Hebben we de leerdoelen behaald?

Maak nu de bijbehorende opdrachten uit je boek.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies