20 jan A2D - present perfect

WELCOME
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

Today's lesson

  • Reading
  • Grammar: present perfect
  • Finish U3L2

Slide 2 - Tekstslide




                Read in silence for 10 min 

Slide 3 - Tekstslide

Discuss answers 2 +4 on p. 101
Check exercise 9+10 (online)

Slide 4 - Tekstslide

Writing test unit 2 (3x) 
Next week! Which day?
3 onderdelen: giving directions, recipe, e-mail
  • vocabulary lesson 3, 4, 5
  • expressions
  • vergelijkingen gebruiken
  • quantifiers (much/many enz) gebruiken
  • past simple


Slide 5 - Tekstslide

  • Denk om de juiste tijd (verleden tijd dus werkwoorden op -ed enz)
  • Woordvolgorde: eerst plaats, dan tijd (tijd altijd helemaal vooraan of achteraan)
  • Gebruik geen spreektaal!! (afkortingen bijv 'cause/cuz/bcs')
  • 'Ik' ('I') altijd met hoofdletter
  • Houd het netjes, geen groffe woorden

Slide 6 - Tekstslide

Present perfect
Has/have + voltooid deelwoord

Hoe maak je voltooid deelwoord?

Slide 7 - Tekstslide

Regelmatig:          werkwoord + -ed

bijv. lived        walked       watched

Onregelmatig:      onregelmatige vorm

bijv. eat - ate- eaten             do - did - done

Slide 8 - Tekstslide

Present perfect
We have lived here for three years
He has worked here since 2015
They have done their homework


Slide 9 - Tekstslide

When to use the present perfect?

  1. Iets begon in het verleden, is nu nog steeds zo
  2. Iets gebeurde in verleden, nadruk ligt op het resultaat nu
  3. iets gebeurde in verleden, exacte moment niet bekend/belangrijk

Slide 10 - Tekstslide

1. iets begon in verleden, nu nog steeds zo

  • We have lived here for 3 years
  • She has worked there since 2019
  • I haven't seen him since last year

Vaak for of since in de zin

Slide 11 - Tekstslide

2. iets gebeurde in verleden, nadruk op resultaat nu

  • He has broken his leg, so he can't come on our trip
  • I haven't read your message, so I don't know what happened
  • I have lost my key, so I can't open my locker!


Slide 12 - Tekstslide

3. iets gebeurde in verleden, exacte moment niet bekend/belangrijk


  • We haven't been to Spain before
  • Have you heard the news?
  • She has seen that movie already


Slide 13 - Tekstslide

Start U3L2
  • Do exercise 6, 7, 8a in your book (p. 102)
  • Done? Do ..

  • Discuss answers 6, 7, 8a

Slide 14 - Tekstslide

U3L2
Do exercise 6, 7, 8 on p. 102. You can work in pairs.

Done? Do exercise 5a+b on p.108

Discuss answers after 10 min

Slide 15 - Tekstslide

Giving directions
  • Write down directions on how to get to your destination. You can use the expressions on p. 90/91 and vocabulary lesson 3. Do this alone  and in silence. Don't show anyone your destination!

Slide 16 - Tekstslide

  • Groups of 4
  • One of will read out the directions, the other 3 will listen and draw the route on the map. Do you get to the right destination? Take turns.
  • When everyone is done, evaluate. Give everyone a tip and a top.

Slide 17 - Tekstslide

test jezelf 2.3 nog

Slide 18 - Tekstslide

Today's lesson
  • Reading
  • Toets inplannen
  • Look at expressions/vocabulary
  • Writing assignment

Slide 19 - Tekstslide




                Read in silence for 10 min 

Slide 20 - Tekstslide

Test unit 2 
In week 51 (20-24 dec)
Bestaat uit 3 onderdelen (giving directions, recipe, e-mail)
  • vocabulary lesson 3, 4, 5
  • expressions
  • vergelijkingen gebruiken
  • quantifiers (much/many enz) gebruiken
  • past simple


Slide 21 - Tekstslide

Zie blz 71 en blz 92/93

Slide 22 - Tekstslide

Zie blz 92/93
Let op! 'few' en 'little' betekenen weinig
'a few' en 'a little' betekenen een paar/een beetje

I practise singing for a few hours every day
There are few people who can cook like you
I need a little time to prepare
I spend very little money on candy

Slide 23 - Tekstslide

In bevestigende zinnen gebruik je na 'so', 'as', 'too', 'how' wél much/many:

She has got so many talents
I know how much time it takes

Zie ook blz 92/93

Slide 24 - Tekstslide

Do exercise 6, 7 on p. 72/73

Done? Study vocabulary lesson 5 p. 93 (homework for Friday)

Check answers after 10 min

Slide 25 - Tekstslide

relative pronoun
verwijst naar
voorbeeld
who
mensen
she's the girl who helped me
which
dingen/dieren
this is the bike which I bought yesterday
that
mens/dier in zinsdeel waar geen komma voor staat
she's the girl that helped me
whose
bezit
this is the boy whose wallet was stolen
whom
persoon na voorzetsel
this is the man to whom I spoke

Slide 26 - Tekstslide

That i.p.v. who/which : alleen als er geen komma voor dat zinsdeel staat!

The man who/that helped us is very nice
My uncle, who is always busy, helped us yesterday

Slide 27 - Tekstslide

Exercise 10, 11 on p. 82

Done? Relax :-)

Discuss answers after about 10 min

Slide 28 - Tekstslide

For Monday: study expressions p. 90-91


Slide 29 - Tekstslide

End of the lesson

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide