Objectief -subjectief

Objectief - Subjectief
1 / 23
next
Slide 1: Slide
SkillsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Objectief - Subjectief

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Objectief <--> subjectief
Objectief:
Mevrouw Burak zegt dat ze moe is.
Meneer Pieters heeft drie boterhammen gegeten.
Meneer Bron uit zijn ontevredebheid.
Subjectief:
Mevrouw Burak is moe.
Meneer Pieters heeft veel gegeten.
Meneer Bron zeurt veel.


Slide 3 - Slide

Objectief
Subjectief
timer
0:30
Bloeddruk
Waarnemingen
Weegschaal
Gemoedstoestand
Vooroordelen
Individuele gevoelens
Feiten
Mooi
Pijn
Urineproductie

Slide 4 - Drag question

Belangrijk: het verschil!
Objectief - Subjectief

Onderscheid wanneer geeft iemand objectieve of subjectieve argumenten.


Slide 5 - Slide

Belangrijk: het verschil!
Objectief - Subjectief
JIJZELF:
Het is ook belangrijk om bij jezelf na te gaan of je in sommige situaties wel objectief bent.

Slide 6 - Slide

wanneer ben jij subjectief?

Slide 7 - Mind map

wanneer ben jij objectief?

Slide 8 - Mind map

Objectief en subjectief
Objectief: onpersoonlijk, zakelijk, feiten, controleerbaar
Subjectief: persoonlijke mening
De deur is geel (objectief = feit).
Geel is een mooie kleur (subjectief = mening).

Slide 9 - Slide

Communiceren over en met zorgvragers
Objectief = het gaat om een feit. Het is neutraal en staat los van meningen.
Bv: De school begint om 8.30u.

Subjectief = het gaat om een mening. Je vindt ergens iets van.
Bv: Ik vind school leuk.
Observeren = goed opletten of er bijzonderheden zijn: gedrag - gezondheid.
Bv: Ik zie dat de zorgvrager een praatje maakt met de buurvrouw.
Zakelijk rapporteren = je beschrijft hoe iets verlopen is (objectieve zaken) 
- Mondeling via de leidinggevende 
- Schriftelijk in een zorgdossier of logboek. Bv: de zorgvrager heeft koorts.
Feedback = reactie op de verbale of non-verbale communicatie




Slide 10 - Slide

 Ik zie dat de zorgvrager een praatje maakt met de buurman.

Slide 11 - Slide

Hoe rapporteer je?
a. Zakelijk, je maakt geen grappen;
b. Wees duidelijk, zeg waar het om gaat;
Informatie is:
c. volledig
d. beknopt, kort samengevat
e. objectief, met feiten dus geen meningen


Slide 12 - Slide

subjectief
objectief

De zorgvrager drukte zijn tevredenheid uit over de aandacht en zorg die hij ontving en beschreef het als "goed".
Tijdens de ochtendzorg werd geconstateerd dat de patiënt zelfstandig kon eten zonder hulp.

Slide 13 - Drag question

Objectief
Subjectief
Bij het meten van de  lichaamstemperatuur werd een lichte verhoging waargenomen, met een temperatuur van 37,8 °C
De cliënt gaf aan dat hij de pijn als "matig" beoordeelde op een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 geen pijn is en 10 de ergste pijn.

Slide 14 - Drag question

De medicatie werd volgens het voorgeschreven schema toegediend, met alle genoteerde tijden en doseringen.
A
objectief
B
subjectief

Slide 15 - Quiz

Welke zin is subjectief?
timer
0:30
A
De zorgvrager drukte zijn tevredenheid uit over de aandacht en zorg die hij ontving en beschreef het als "goed".
B
De hartslag van de cliënt werd gemeten op 80 slagen per minuut, binnen het normale bereik voor zijn leeftijd en conditie.
C
De hartslag van de cliënt werd gemeten op 80 slagen per minuut, binnen het normale bereik voor zijn leeftijd en conditie.
D
De zorgverlener observeerde dat de cliënt zich terughoudend opstelde tijdens het groepsactiviteit en sprak over gevoelens van sociale angst.

Slide 16 - Quiz

subjectief
objectief
Tijdens het gesprek met de familie van de cliënt werd duidelijk dat ze zich overweldigd voelden door de zorgverantwoordelijkheden en behoefte hadden aan meer ondersteuning.
De medicatie werd volgens het voorgeschreven schema toegediend, met alle genoteerde tijden en doseringen.

Slide 17 - Drag question

De urineoutput van de patiënt gedurende 24 uur bedroeg 1200 milliliter, binnen het aanvaardbare bereik voor hydratatie.
A
subjectief
B
objectief

Slide 18 - Quiz

De zorgontvanger uitte bezorgdheid over de veranderingen in het zorgplan en vroeg om verdere uitleg en geruststelling.
A
objectief
B
subjectief

Slide 19 - Quiz

Helder en kernachtig formuleren
Bekijk het filmpje
Maak een rapportage


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Schrijf hier je rapportage:
Helder en kernachtig formuleren!

Slide 22 - Open question

IBO 2
Opdracht 5: 

Gebruik de theorie van Methodisch werken

Werk volledig uit en lever in via Teams opdrachten.
timer
20:00

Slide 23 - Slide