Situatie en een passend doel
S: Kind C maakt geen contact met andere kinderen en de andere kinderen op de groep van zijn leeftijd doen dit wel. De leidsters denken dat hij een taalachterstand heeft. In de observatie zag ik dat hij alleen communiceert door gebaren en door huilen en niet door woorden.
E: Het kind wordt tweetalig opgevoed en loopt misschien daardoor wat achter in de taal. De leidsters spreken ook bijna geen Nederlands tegen hem.
S: Het kind huilt wanneer hij contact maakt en geen reactie krijgt. Hij gebruikt maar een paar Nederlandse woorden en vooral Engelse woorden. Hij reageert niet op vragen van de leidster.
Wat zou een goed begeleidingsdoel zijn?