14.2 Het centrale zenuwstelsel

Voorkennis/herhaling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voorkennis/herhaling

Slide 1 - Slide

druk is een ...... voor je huid
A
ruggenmerg
B
prikkel
C
impuls

Slide 2 - Quiz

De huid geeft onder invloed van druk ......... af, die naar de hersenen gaan
A
prikkels
B
ruggenmerg
C
impulsen

Slide 3 - Quiz

een klasgenoot roept je naam, in welk deel van je hersenen neem je dat waar?
A
grote hersenen
B
hersenstam
C
kleine hersenen

Slide 4 - Quiz

Welke 3 typen neuronen zitten in het menselijk lichaam?

Slide 5 - Open question

Doel en begrippen 14.2
Je beschrijft de bouw van het centrale en perifere zenuwstelsel.
Je beschrijft de bouw en functies van de grote hersenen.
Je licht toe hoe de kleine hersenen, de hersenstam en het ruggenmerg betrokken zijn bij de activiteiten van spieren en inwendige organen

Slide 6 - Slide

Centraal zenuwstelsel
Zenuwcellen (neuronen) van de 
hersenen en ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 7 - Slide

Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen, 
gebundeld in zenuwen, die 
zintuigen verbinden met het CZS en
het CZS met spieren en klieren.

Zenuw= bundel zenuwceluitlopers


Slide 8 - Slide

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Ruggenmerg

Slide 9 - Slide

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Hersenen

Slide 10 - Slide

Anatomie hersenen (88C1)

Slide 11 - Slide

Anatomie grote hersenen 
  • Twee helften
  • Verbonden met de hersenbalk
  • Schors en merg

Slide 12 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
Ontvangt informatie van de rechterkant van het lichaam. Stuurt de spieren/ klieren van de rechterkant aan.
L                      R

Slide 13 - Slide

Grote hersenen (88C3) 

Slide 14 - Slide

Zet de delen die betrokken zijn bij het in een reflex wegtrekken van de hand uit een vlam in de juiste volgorde:
armspier
bewegingszenuw
gevoelszenuw
ruggenmerg
zintuig

Slide 15 - Drag question

Reflex (en reflexboog)
Reflex

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Welke prikkel stimuleert om te gaan zwemmen? Via welke zenuwcel loopt deze prikkel naar het ruggenmerg?
A
water op de huid, motorische zenuwcel
B
het herkennen van water, motorische zenuwcel
C
het herkennen van water, sensorische zenuwcel
D
water op de huid, sensorische zenuwcel

Slide 18 - Quiz

Leg uit dat het zwemmen van de baby een reflex is

Slide 19 - Open question

Maak paragraaf 14.2
Maak een keuze tussen de herhalings- en verdiepingsopdrachten

Slide 20 - Slide