''Viajar'' del poeta Gabriel García Márquez

Preparación parte 3 del examen oral

Preparación parte 2 del examen oral
1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Preparación parte 3 del examen oral

Preparación parte 2 del examen oral

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

Deze afbeelding kan gebruikt worden om parte 1 van het mondeling te herhalen: het beschrijven van afbeeldingen

Slide 3 - Slide

Deze afbeelding kan gebruikt worden om parte 1 van het mondeling te herhalen: het beschrijven van afbeeldingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Objetivos
- Saber quién es Gabriel García Márquez
- Conocer el poema 'viajar' de Gabriel García Márquez
- Saber qué es 'viajar' según Márquez

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

La clase de hoy

¿Quién es Gabriel García Márquez?: comprensión lectora

El poema ‘’viajar’’: escuchar, leer y dibujar

Vocabulario: un quiz

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Comprensión lectora
¿Quién era Gabriel García Márquez?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

El poema 'viajar'
We gaan naar het gedicht 'Viajar' luisteren en meelezen.

 Tijdens het luisteren maak je tekeningen bij het gedicht, zodat je uiteindelijk een visueel overzicht hebt van waar het gedicht over gaat.

Na elke paragraaf wordt het voorlezen even stopgezet.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

5

Slide 17 - Video

This item has no instructions

00:24

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

00:37

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

00:49

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

01:04

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

01:19

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Compara tus dibujos con los de tu vecino. 

¿Qué diferencias y qué similitudes hay?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Vamos a traducir palabras importantes del poema para averiguar de qué trata cada frase y el poema en general.

¿Cómo? ¡Con un quiz! 



Slide 24 - Slide

This item has no instructions

1. Vertaal:
marcharse, dejar, intentar, recorrer
A
gaan, (achter)laten, bedoelingen kenbaar maken, rennen
B
weggaan, (achter)laten, overnachten in een tent, rondreizen
C
weggaan, (achter)laten, proberen, rondreizen
D
gaan, ophouden, proberen, rennen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

''Viajar'' de Gabriel García Márquez
Viajar es marcharse de casa,
es dejar los amigos
es intentar volar
volar conociendo otras ramas
recorriendo caminos
es intentar cambiar.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

2. Vertaal:
no me importa, regresar, valorar
A
ik wil dit niet importeren, invetten, waarderen
B
het maakt me niet uit, teruggaan, waarderen
C
het is belangrijk voor me, invetten, vliegen
D
ik vind het niet belangrijk, teruggaan, vliegen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

3. Vertaal:
sabor, saborear, desear
A
smaak-proeven, begeren/willen
B
kennis-weten, begeren/willen
C
kennis-weten, niet meer zijn
D
smaak-proeven, niet meer zijn

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Viajar es vestirse de loco
es decir “no me importa
es querer regresar.
Regresar valorando lo poco
saboreando una copa,
es desear empezar.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

4. Vertaal:
sentirse, abrazar, al llegar

A
zich voelen, zich stevig vasthouden, bij vertrek
B
zich voelen, omhelzen, bij aankomst
C
gaan zitten, zich stevig vasthouden, bij aankomst
D
gaan zitten, omhelzen, bij vertrek

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Viajar es sentirse poeta,
es escribir una carta,
es querer abrazar.
Abrazar al llegar a una puerta
añorando la calma
es dejarse besar.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

5. Vertaal:
volverse, volver a empezar,
extender, la soledad
A
worden, teruggaan naar het begin, uitsteken, de zonnigheid
B
teruggaan, teruggaan naar het begin, uitdoen, de eenzaamheid
C
teruggaan, opnieuw beginnen, uitdoen, de zonnigheid
D
worden, opnieuw beginnen, uitsteken, de eenzaamheid

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Viajar es volverse mundano
es conocer otra gente
es volver a empezar.
Empezar extendiendo la mano,
aprendiendo del fuerte,
es sentir soledad.
 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

6. Vertaal:
vestirse, de loco, la postal
A
zich aankleden, als een gek, de ansichtkaart
B
kleding dragen, als een gek, het postkantoor
C
kleding dragen, van de papegaai, het postkantoor
D
elkaar zien, als een gek, de ansichtkaart

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Viajar es marcharse de casa,
es vestirse de loco
diciendo todo y nada con una postal,
Es dormir en otra cama,
sentir que el tiempo es corto,
viajar es regresar.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Evaluación
1. ¿Qué es 'viajar', según Gabriel García Márquez?

2. Elige una frase del poema: ¿con qué frase estás muy de acuerdo? ¿Por qué?

3. Elige una frase del poema: ¿con qué frase no estás nada de acuerdo? ¿Por qué no?
 



Slide 36 - Slide

This item has no instructions

y ... ¿ahora?
preparar examen oral parte 3

Puedes encontrar las preguntas en la presentación sobre el examen oral y/o en la rueda de preguntas

Slide 37 - Slide

This item has no instructions