Viajar de García Márquez

objetivos
- Je kunt vertellen over de inhoud van een kort verhaal: El poema "Viajar" de Gabriel García Márquez
- Je kunt jouw interpretatie van dit gedicht verwoorden en beargumenteren
- Je kunt de inhoud van het gedicht koppelen aan je eigen ervaringen en mening
                                         -> parte 2 examen oral

1 / 28
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

objetivos
- Je kunt vertellen over de inhoud van een kort verhaal: El poema "Viajar" de Gabriel García Márquez
- Je kunt jouw interpretatie van dit gedicht verwoorden en beargumenteren
- Je kunt de inhoud van het gedicht koppelen aan je eigen ervaringen en mening
                                         -> parte 2 examen oral

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

criterios de éxito
  • Je herkent de vocabulario van het gedicht.
  • je begrijpt de vragen die gekoppeld zijn aan het gedicht.
  • Volledige antwoorden in het Spaans formuleren op de vragen. 
  • je gebruikt gevarieerde uitdrukkingen om je mening te uiten. 

Twijfel? ->  hulp vragen!
Als je moeite hebt met het verhaal en/of de tareas; de extra oefening maken die aan het einde van deze Lessonup staat. 


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

P: ¿Qué es viajar para tí? 

R: Para mí, viajar es  …... 


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

¡A leer!
Vamos a leer el poema de Gabriel García Márquez (GABO) "Viajar"
Hemos dividido el texto en 5 partes para que puedas entender mejor el vocabulario. 
Antes de leer una parte, haz la pregunta del vocabulario con algunas palabras claves.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Cada uno de vosotros apunta en un documento sus respuestas individuales a estas preguntas mientras lee y escucha el cuento:
¿Con qué frase estás muy de acuerdo?
¿Con qué frase no estás nada de acuerdo?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

1. Vertaal:
marcharse, dejar, intentar, recorrer
A
gaan, (achter)laten, bedoelingen kenbaar maken, rennen
B
weggaan, (achter)laten, overnachten in een tent, rondreizen
C
weggaan, (achter)laten, proberen, rondreizen
D
gaan, ophouden, proberen, rennen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2. Vertaal:
no me importa, regresar, valorar
A
ik wil dit niet importeren, invetten, waarderen
B
het maakt me niet uit, teruggaan, waarderen
C
het is belangrijk voor me, invetten, vliegen
D
ik vind het niet belangrijk, teruggaan, vliegen

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

3. Vertaal:
sabor-saborear, desear
A
smaak-proeven, begeren/willen
B
kennis-weten, begeren/willen
C
kennis-weten, niet meer zijn
D
smaak-proeven, niet meer zijn

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

4. Vertaal:
sentirse, abrazar, al llegar, dejarse

A
zich voelen, zich stevig vasthouden, bij vertrek, zich laten
B
zich voelen, omhelzen, bij aankomst, zich laten
C
gaan zitten, zich stevig vasthouden, bij aankomst, achterlaten
D
gaan zitten, omhelzen, bij vertrek, achterlaten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

5. Vertaal:
volverse, volver a empezar,
extender, la soledad
A
worden, teruggaan naar het begin, uitsteken, de zonnigheid
B
teruggaan, teruggaan naar het begin, uitdoen, de eenzaamheid
C
teruggaan, opnieuw beginnen, uitdoen, de zonnigheid
D
worden, opnieuw beginnen, uitsteken, de eenzaamheid

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

6. Vertaal:
vestirse, de loco, la postal
A
zich aankleden, als een gek, de ansichtkaart
B
kleding dragen, als een gek, het postkantoor
C
kleding dragen, van de papegaai, het postkantoor
D
elkaar zien, als een gek, de ansichtkaart

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ahora escribe tus frases de acuerdo / de no acuerdo.
1. Estoy muy de acuerdo con la frase....
2. No estoy nada de acuerdo con la frase ......

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

tarea 1 - en pareja
¿Qué es viajar según García Márquez?

Elegid un número en el "slide" siguiente. Uno de vosotros defiende A, el otro B, usando una frase del poema como argumento. ¿Gana A o B en vuestra opinión? 


preparación examen oral

Slide 20 - Slide

- leerlingen in duo's van mondeling in aparte vergaderruimte in teams. 
- de opdracht maken
- bespreken in Nederlands en Spaans
- terugkoppeling middels vragen vanuit de expert in het Spaans en proberen antwoorden te geven in het Spaans (terugkoppeling binnen de vergaderruimte maar ook deels klassikaal). 
voorbeeld vragen ¿Ha ganado A o B? ¿cuál frase habéis elegido para esta definicón de "viajar"? 
¿Por qué? ¿Puedes explicar? 
tarea 1 - en pareja
¿Qué es viajar según García Márquez?

1 - A) sentirse solo/a                     B) conectar con la gente
2 - A) nostálgico                             B) explorar lo nuevo
3 - A) dejarse llevar                        B) libertad



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

tarea 2 - individual

explicar tu opinión
formular tus argumentos en las preguntas siguientes: 
¿Con qué frase estás muy de acuerdo?
¿Con qué frase no estás nada de acuerdo? 

preparación examen oral

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

¿Con qué frase estás muy de acuerdo?,
Explicad por qué has elegido esta frase con “porque/ya que/ ....."

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

¿Con qué frase no estás nada de acuerdo?:
Da tu opinión con "no estoy de acuerdo con ....., porque/ya que......"

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

¿Qué es viajar para tí?
Pon tu opinión en las páginas siguintes. 
completa las frases: 
Para mí viajar es ......., por que .........

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Para mí viajar es.....

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

extra oefenen:
Zoek in het gedicht van García Márquez naar voorbeelden van de overige genummerde items op dia 21 die "reizen" voor/volgens hem zijn.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions