What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Formuleren; Meer oefenen met verwijzen
Welkom bij Nederlands
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom bij Nederlands
Slide 1 - Slide
Telefoons inleveren
Slide 2 - Slide
Magister
Kan iedereen nu in Magister?
Wie kan Magister niet in de app openen?
Slide 3 - Slide
Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands
- Je laptop
- Je schrift
- Je pen/etui
Slide 4 - Slide
Huiswerk check
Slide 5 - Slide
Huiswerk nakijken
Slide 6 - Slide
Schrijf hier 1 zin op die jij hebt gemaakt bij opdracht 4.
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Meer oefenen met verwijzen
Slide 9 - Slide
Doelstellingen:
Je leert verwijswoorden op de goede manier gebruiken.
Slide 10 - Slide
Meer oefenen met verwijswoorden
Sommige verwijswoorden lijken erg op elkaar. Bijvoorbeeld:
me
,
mij
en
mijn
of;
je
,
jou
en
jouw
Je moet goed weten wanneer je wat gebruikt. Maar wanneer gebruik je welk verwijswoord?
Slide 11 - Slide
apps.noordhoff.nl
Slide 12 - Link
Zo gebruik je de verwijswoorden:
Slide 13 - Slide
Welke uitspraak is waar?
A
het verwijswoord 'jouw' geeft iemands bezit aan.
B
het verwijswoord 'mij' geeft iemands bezit aan.
Slide 14 - Quiz
Welke verwijswoorden gebruik je bij een bezit?
A
Me, mijn, jouw
B
Me, mij, jou
C
Mijn, me, mij
D
Jouw, mijn
Slide 15 - Quiz
Mijn familie heeft haar / hun / zijn bezittingen verkocht.
Welk verwijswoord?
A
haar
B
hun
C
zijn
Slide 16 - Quiz
Wat is waar?
A. Het verwijswoord 'mijn' geeft een bezit aan.
B. Het verwijswoord 'jou' geeft een bezit aan.
A
A
B
B
Slide 17 - Quiz
Is het verwijswoord een
persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Mijn
neef heeft thuis een slang.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 18 - Quiz
Is het verwijswoord een
persoonlijk
of
bezittelijk
voornaamwoord?
Zij
graven een zwembad in de tuin.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 19 - Quiz
Aan de slag!
Maken: opdracht 1 t/m 4 (blz. 220 en 221)
opdracht 1: in je boek
opdracht 2; in je schrift
opdracht 3; in je schrift ( bijv pet-mij het is
mijn
pet deze pet is van
mij)
opdracht 4; in je schrift
klaar? Ga online oefenen met 'meer oefenen met verwijzen' op Magister bij leermiddelen.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Formuleren; Meer oefenen met verwijzen
December 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
les 3: Formuleren Verwijzen naar Bezit
November 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Formuleren; Meer oefenen met verwijzen
June 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Formuleren: les 2 Verwijzen naar personen en dingen
February 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
Formuleren par. 3. Verwijzen naar Bezit
May 2024
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
Onderdeel 2 Cursus 6 Formuleren P3 Verwijzen naar Bezit
August 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
2KGT Formuleren Nog meer verwijzen
24 days ago
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 2
persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden 1B vervolg
February 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs