Wat gaan we doen? ● Lesdoel bespreken ● Terugblik vk t/m 5.5 (-5.3)
● Nieuwe theorie: 5.6
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
1 / 55
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 55 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Start geen nieuwe vergadering
Accepteer
in LessonUp c
deze les. Als het c kan op een 2e device.
Welkom wiskunde!
Stel je camera, microfoon en profielfoto goed in.
Wat gaan we doen? ● Lesdoel bespreken ● Terugblik vk t/m 5.5 (-5.3)
● Nieuwe theorie: 5.6
bij
We gaan zo starten.
Leg klaar:
- aantekeningenschrift
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je weet wat een wortelformule is,
hoe je deze kunt herkennen
en hoe je hier berekeningen mee kunt maken.
Je kunt de grafiek tekenen bij een wortelformule.
H5: Machten, wortels en verbanden:
VK: Kwadraat en wortel
5.1: Machten
5.2: Volgorde & deelstreep
5.3: [H] Wortels herleiden
5.4: Lineaire formules met haakjes
5.5: Formules met een deelstreep 5.6: Formules met kwadraten 5.7: Formules met wortels
5.8: Periodieke grafiek
Slide 2 - Slide
302
Slide 3 - Open question
122
Slide 4 - Open question
√169
Slide 5 - Open question
√400
Slide 6 - Open question
22
Slide 7 - Open question
√144
Slide 8 - Open question
42
Slide 9 - Open question
√36
Slide 10 - Open question
142
Slide 11 - Open question
√16
Slide 12 - Open question
√196
Slide 13 - Open question
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 14 - Open question
Terugblik
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 15 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2=
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 16 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2=
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 17 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 18 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 19 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 20 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 21 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 22 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 23 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 24 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 25 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 =
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 26 - Slide
Terugblik
7 x (5 - 2) + (-3)2= 7 x 3 + (-3)2 = 7 x 3 + 9 = 21 + 9 = 30
7⋅(5−2)+(−3)2
Slide 27 - Slide
Waar moet je aan denken als je dit op je rekenmachine gaat uitrekenen?
6⋅15−2⋅325+2
6⋅15−2⋅325+2
Slide 28 - Open question
Terugblik
op de rekenmachine denken aan de haakjes:
6⋅15−2⋅325+2
6⋅(15−2⋅3)(25+2)=18
Slide 29 - Slide
Hoe noem ik zo'n grafiek?
6⋅15−2⋅325+2
Slide 30 - Open question
Terugblik
Slide 31 - Slide
Terugblik
Slide 32 - Slide
Toets in je rekenmachine in:
Je komt dan uit op 36.
Het punt (40 ; 36)
ligt op de grafiek.
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
uitwerking b:
a = 0 -->
a = 40 --> Hoogte in m = 36, want dat hebben we al in opg 74a berekend.
a = 80 -->
a = 120 -->
etc.
hoogteinm=1,08⋅0−0,0045⋅02=0
hoogteinm=1,08⋅80−0,0045⋅802=57,6
hoogteinm=1,08⋅120−0,0045⋅1202=64,8
Slide 35 - Slide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Slide 36 - Slide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Slide 37 - Slide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het wegdek?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 38 - Slide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 39 - Slide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Slide 40 - Slide
Hoeveel meter is het hoogste punt van de boog boven het water?
Dus het hoogste punt is 64,8 m boven het wegdek.
Het hoogste punt van de brug ligt dan 25 + 64,8 = 89,8 m hoogte.
Slide 41 - Slide
5.7: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
Slide 42 - Slide
5.7: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
hoogte=√4+3a
Slide 43 - Slide
5.7: Formules met wortels
Een formule waarbij onder het wortelteken een variabele staat, noemen we een wortelformule.
Voorbeelden van wortelformules zijn dus:
rijweginkm=2,5⋅√2h
zijdeincm=1,25⋅√oppervlakte
hoogte=√4+3a
Geen wortelformule, want variabele niet onder wortelteken.
Slide 44 - Slide
5.7: Grafiek tekenen bij formules met wortels
Stappenplan grafiek tekenen:
Vul de tabel in door de formule te gebruiken.
Teken het assenstelsel (indien nodig)
Zet de punten in de grafiek.
Teken de lijn door de punten. Ook bij een wortelformule hoort een vloeiende kromme. Deze is alleen niet symmetrisch en geen parabool.
Slide 45 - Slide
5.7: Formules met wortel
Als je wortels in de rekenmachine doet:
Zet alles onder het wortelteken tussen haakjes.
Voorbeeld: intoetsen geeft
√25+12+2
√(25+12)+2
Slide 46 - Slide
Wat heb je deze les geleerd?
... wat een wortelformule is. Een formule waar de variabele onder het wortelteken staat;
.. dat een grafiek van een wortelformule een vloeiende kromme is. Je mag het dus niet tekenen met geodriehoek, je mag er geen haperingen in hebben zitten en geen hoeken.
Nu alleen nog zelf oefenen, zodat je het zelf kunt en je de leerdoelen behaald hebt.
Slide 47 - Slide
Huiswerk week 50
Maken van H5:
5.6 - blz. 31-38: opg. 62 t/m 76
5.7 - blz. 41-44: opg. 82 t/m 88
Nakijken en verbeteren:
Alles wat je tot nu toe gemaakt hebt
Boek deel 2
Slide 48 - Slide
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.