Basisstof 5.5: aanpassingen bij planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Ecologie

Wat gaan we vandaag doen

De formules....wie kent ze inmiddels

Herhalen

Uitleg basisstof 5.5

Aan het (huis)werk

Plaats het voedsel bij de juiste snavel.

haak snavel

pincetsnavel

priemsnavel

kegelsnavel

scheefsnavel

insecten en larven uit boombast

insecten en kleine zaden

zaden
en bessen

waterplanten en -dieren

vlees

Sleepvraag

Vraag: Hebben jullie goed op de video gelet? Welk voedsel hoort bij welke snavel?

Doe: Sleep het voedsel naar de juiste snavel. 

Vraag: Waarom heeft iedere vogel een andere snavel?

Antwoord: Iedere soort vogel eet andere dingen. De snavels zijn zo gebouwd dat ze het voedsel dat de vogel eet makkelijk kunnen vastpakken, vangen, plukken of oprapen

teenganger

zoolganger

topganger

Zet de niveaus van ecologie van klein naar groot.           (1 = de kleinste, 4 = de grootste)

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Levensgemeenschap

Populatie

ecosysteem

individu

biotische factoren

A-biotische factoren

Sleep de woorden naar de juiste plek

licht

gras

soortgenoten

regen

konijnen

schimmels

Temperatuur

wind

Nodig voor verbranding

Ontstaat bij verbranding

Zuurstof

Koolstofdioxide

Water

(Energie)

Glucose

+

+

+

Fotosynthese

Koolstofdioxide

Glucose

Water

Zuurstof

Licht

Lesdoelen

-Ik kan beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het water

-Ik kan beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het licht

Tip: maak onder de les aantekeningen

Landplant in vochtig of droog milieu

In vochtig klimaat zitten de wortels wijduit en niet diep. (klein stelsel)

Hoe droger hoe dieper de wortels (groot stelsel)

Beharing

Beharing op stengels en bladeren:

De wind neemt de waterdamp         

minder snel mee, waardoor de        

plant minder snel uitdroogt.             

Waterlelies: lange wortels 

(4 m diep)

Luchtholtes in de bladeren, zodat bladeren blijven drijven (opname CO2)

Cactus

Dikke stengel (wateropslag)           

Harde stekels 

-stekels zorgen voor  schaduw

-houden laagje lucht vast 

--> weinig water kan  verdampen

Groot (breed of diep) wortelstelsel (snel veel  water opnemen)                                   

Opslag van water in hun kleine, dikke bladeren

Bladeren laten vallen 

Zonplanten

-Groeien het beste bij veel licht

-Staan op plekken waar weinig schaduw is. (Open veld/ woenstijn)

Schaduwplanten

-Groeien het beste bij weinig licht

-Staan op schaduwrijke plaatsen (bos)

-Grote, donkergroene bladeren (meer bladgroenkorrels)

Klimplanten

Hechtwortels: vasthouden aan muren of andere planten

Ranken: vasthouden aan stok of andere plant

Hoe hoger ze groeien hoe meer 

licht ze kunnen opvangen

Aan het (huis)werk

Lees blz. 126 t/m 134

Mk bs 5.5 opdr. 1 , 2 , 3, 4, 6 

Leer de formule van fotosynthese en verbranding uit je hoofd!!