H2: Persoonsvorm in samengestelde zinnen

H2: PV in samengestelde zinnen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2: PV in samengestelde zinnen

Slide 1 - Slide

Even terug...

Slide 2 - Slide

Hoe vinden we de persoonsvorm?

Slide 3 - Open question

TT naar VT: Hij [heeft] zich verslapen.
A
had
B
hebben
C
heeft
D
hebt

Slide 4 - Quiz

VT naar TT: De tijger [sloop] naar zijn prooi.
A
sleept
B
sluip
C
sluipt
D
sloopt

Slide 5 - Quiz

Hoe vinden we het onderwerp?

Slide 6 - Open question

Maak een samengestelde zin:
Marieke is misselijk.
Zij heeft snoepjes gegeten.

Slide 7 - Open question

Marieke is misselijk, omdat zij snoepjes heeft gegeten.
Marieke is misselijk, want zij heeft snoepjes gegeten.

Slide 8 - Slide

Benoem: voegwoord, PV, OW
Marieke is misselijk, omdat zij snoepjes heeft gegeten.
Marieke is misselijk, want zij heeft snoepjes gegeten.

Slide 9 - Slide

Marieke is misselijk, omdat zij snoepjes heeft gegeten.
Marieke is misselijk, want zij heeft snoepjes gegeten.

Slide 10 - Slide

Wat is in deze zin het voegwoord?
Vandaag doe ik de afwas en morgen doe ik de was.
A
vandaag
B
morgen
C
en
D
doe

Slide 11 - Quiz

Deze week:
- In welke tijd staat een zin?
- Staat de zin in enkelvoud of meervoud?
- Hoe spel je het werkwoord?

Slide 12 - Slide

Aan welk woord kun je zien in welke tijd deze zin staat?
'Vroeger was het beter, toen was ik nog jong.'
'Ik heb gisteren ver moeten lopen, want mijn band was lek.'

Slide 13 - Slide

'Vroeger was het beter, toen was ik nog jong.'
'Ik heb gisteren ver moeten lopen, want mijn band was lek.'

Slide 14 - Slide

Meervoud of enkelvoud?
Mijn ouders zijn met pensioen, omdat zij de 67 zijn gepasseerd.
De hond blaft altijd als er visite langskomt.

Slide 15 - Slide

Mijn ouders zijn met pensioen, omdat zij de 67 zijn gepasseerd.
De hond blaft altijd als er visite langskomt.

Slide 16 - Slide

Werkwoordspelling
- In welke tijd moet het werkwoord staan?
- Moet het werkwoord in enkelvoud of meervoud?


Slide 17 - Slide

Aan de slag in stilte!
- Startopdracht
- Opdracht volgens de aangegeven leerroute (maandag af!)

Klaar en percentage boven de 65%? Lezen!

Slide 18 - Slide