Verleden tijd les 2

Taal
Werkwoordspelling
1 / 7
next
Slide 1: Slide
TaalVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 6

This lesson contains 7 slides, with text slides.

Items in this lesson

Taal
Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Doel
Ik weet het verschil tussen verleden tijd en tegenwoordige tijd
Ik kan woorden indelen in zwak of sterk
Ik kan 't foxschaap toepassen en het woord in de verleden tijd schrijven

Slide 2 - Slide

Verleden tijd of tegenwoordige tijd

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Stam maken (ik-vorm)
voorbeeld:
dromen - ik droom
fietsen - ik fiets

Slide 5 - Slide

laatste letter van de stam
Vandaag alles in meervoud

Slide 6 - Slide

Afsluiting
Ik beheers het                        Ik kan het een  beetje                        ik kan het (nog) niet

Slide 7 - Slide