- Wij gaan morgenvroeg een cadeau bezorgen aan mijn oma.
- Gaan wij morgenvroeg een cadeau bezorgen aan mijn oma?
- Aan mijn oma gaan wij een cadeau bezorgen morgevroeg.
- Een cadeau gaan wij morgenvroeg aan mijn oma bezorgen.
Etc.
Wij | gaan | morgenvroeg | een cadeau | bezorgen | aan mijn oma |