Als je in een samenstelling een
-s- hoort, dan schrijf je die ook:
– meningsverschil, Valentijnsdag.
Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank. Vervang dan het tweede woord.
- bruidssluier, want bruidsjapon; lievelingsschrijver, want lievelingsdier.
- MAAR: hoofdstad, want hoofdweg.
Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je -en- tussen de woorden: paardenbloem, berenvel.