Dinsdag 12 april

Goedemorgen
Je pakt je boek en je gaat stil lezen

1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Goedemorgen
Je pakt je boek en je gaat stil lezen

Slide 1 - Slide

Taal
Doel:
Ik kan een persoonlijk voornaamwoord in een zin ontdekken

Slide 2 - Slide

Waarom nodig?
Maarten pakt Maartens fiets en gaat naar Maartens school.

Maarten pakt zijn fiets en gaat naar zijn school.

Slide 3 - Slide

Welke persoonlijk voornaamwoorden?
Hij gaat met ons op vakantie.
Mijn moeder en ik gaan naar jullie huis.


Slide 4 - Slide

Overleg met maatje
Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden (pvnw)
Zijn auto brengt hij samen met hem, naar onze garage. 
Jij en je zusje gaan samen met ons op reis. 

Slide 5 - Slide

Bijbel
Jezus aan het kruis

Slide 6 - Slide

De 7 kruiswoorden
1. “Vader, vergeef het hun, wat zij weten niet wat zij doen” (Lucas 23:34).
2. “Voorwaar, Ik zeg U, heden zult gij met Mij in het paradijs zijn” (Lucas 23:43).

 




















Slide 7 - Slide

3. “Vrouw, zie uw zoon (...) Zie uw moeder (Johannes 19:26-27).
4. “Mijn GOD, mijn GOD, waarom hebt Gij Mij verlaten? (Marcus 15:34).

Slide 8 - Slide


5. “Mij dorst” (Johannes 19:28).
6. “Het is volbracht!” (Johannes 19:30).
7. “Vader, in Uw handen beveel Ik Mijn geest” (Lucas 23:46).

Slide 9 - Slide

pvnw in deze zin?
De jas hangt over zijn stoel.

Slide 10 - Open question

pvnw in deze zin?
Zij hadden een leuk feestje bij haar.

Slide 11 - Open question

pvnw in deze zin?
Ik geef aan hen, hun boek terug.

Slide 12 - Open question

***
Ik geef het boek aan hem.
Nu andersom
Hij krijgt het boek van mij. 

Slide 13 - Slide

Jullie geven haar een boek.

Slide 14 - Open question

Spelling
Doel:
Ik kan bij langere woorden de regel "bakker" goed toepassen

Slide 15 - Slide

Herhaling vorige week
Regel "jager" in langer woorden

Slide 16 - Slide

Typ het woord, dat je hoort

Slide 17 - Open question

Typ het woord, dat je hoort

Slide 18 - Open question

Typ het woord, dat je hoort

Slide 19 - Open question

Typ het woord, dat je hoort

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Link