Vragend voornaamwoord (vr. vnw.)
Een
vragend voornaamwoord:
- zijn de woorden: wie, wat, welk(e) en wat voor (een)
- vraagt naar een mens, plant, dier of ding
Let op! Geen woorden als ‘wanneer’, ‘waar’ of ‘waarom’
Bijvoorbeeld:
Welk snoepje wil je?
Wat voor een broek trek jij aan?
Wie deed dat?
!! Staat vaak aan het begin van een vraagzin
Bijvoorbeeld:
Die jongen en dat meisje zijn neef en nicht.
Zo’n auto heeft zulke velgen.