WEBB 3.10 t/m 3.16

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024
1 / 35
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 1 - Slide

Programma
  • Bespreken 3.8
  • Vorige les
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Bespreken 3.8

Slide 3 - Slide

Verandering reëel inkomen
Verandering reëel inkomen = 
verandering nominaal inkomen - inflatie

Slide 4 - Slide

Er is 2% inflatie. Je koopkracht gaat er met 3% op vooruit. Met hoeveel procent is je loon gestegen?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je de verschillende redenen voor een loonsverhoging beredeneren en berekenen/aflezen. 
  • Kun je de verandering van loonkosten per product berekenen. 
  • Kun je uitleggen wat het gevolg is van een verhoging van de arbeidsproductiviteit voor de loonkosten per product. 
  • Kun je uitleggen wat het gevolg is van een lagere/hogere  kostprijs op de concurrentiepositie. 

Slide 7 - Slide

Als de prijzen stijgen...
Willen mensen ook meer loon!

Slide 8 - Slide

Prijscompensatie

Als de lonen net zo veel stijgen als de prijzen.





Slide 9 - Slide

Gevolg
  • Hogere lonen betekenen voor bedrijven hogere kosten. Die kosten berekenen zij door in de verkoopprijs van hun producten.
  • Als de prijzen stijgen, willen werknemers weer loonsverhoging, enzovoort.
  • Dit is de loon-prijsspiraal en die zorgt voor voortdurende inflatie.

Slide 10 - Slide

Wat betekent het begrip arbeidsproductiviteit?

Slide 11 - Open question

Arbeidsproductiviteit
Het vergroten van de productie per werkende

  • De actieven meer uren per jaar laten werken --> productie wordt hoger
  • Arbeidsproductiviteit per uur verhogen

Slide 12 - Slide

Verhogen arbeidsproductiviteit
  • Gebruik maken van machines, computers etc
  • Scholing
  • Specialisatie 

Slide 13 - Slide

Hoger loon door hogere arbeidsproductiviteit?

  • Een werknemer produceert per uur meer, dus levert ook meer geld op
  • Wanneer werknemers op grond van de gestegen arbeidsproductiviteit bovenop de prijscompensatie nog een algemene loonstijging krijgen, noemen we dat een initiële loonstijging. 

Slide 14 - Slide

Om wat voor andere redenen kunnen werknemers salarisverhoging krijgen?

Slide 15 - Open question

Incidentele loonstijging
Een loonstijging die niet voor iedereen geldt en het gevolg is van:
  • Promotie
  • Overwerken
  • Stijging van aantal dienstjaren

Slide 16 - Slide

Werknemer ziet loon als beloning van zijn werk
Hoe ziet de werkgever dit?

Slide 17 - Open question

(Internationale) concurrentiepositie
Als de lonen stijgen --> loonkosten per product stijgen --> kosten per product hoger --> verkoopprijs producten duurder

Gevolg:
  • Dit is slecht voor de concurrentiepositie van een bedrijf
  • Er zullen minder verkopen plaats vinden
  • Winst daalt
  • Minder ruimte voor investeringen

 

Slide 18 - Slide

Kostprijs
Alle kosten die je bij de productie maakt, moet je terugverdienen in de verkoopprijs.

  • kostprijs per product
  • Dat zijn alle kosten die je hebt voor het maken van één product.
  • Denk aan grondstoffen, materialen, maar ook loon!

Slide 19 - Slide

Voorbeeld arbeidsproductiviteit
  • 1 werknemer maakt 10 hoesjes per uur
  • Loon is €20 euro per uur.
  • Loonkosten per product = €20,00 : 10 = €2,00
  • Werknemer heeft een cursus gehad
  • 1 werknemer maakt 20 hoesjes per uur
  • Loonkosten per product = €20,00 : 20 = €1,00
  • Gevolg? → Kostprijs daalt (het is immers goedkoper een product te maken)

Slide 20 - Slide

Winst
Als de loonkosten stijgen, daalt niet altijd de winst.
--> verhoging arbeidsproductiviteit vangt de extra kosten op.
Voor een werkgever is het dus belangrijk om de loonkosten per product goed in de gaten te houden

Slide 21 - Slide

Voorbeeld
  • De loonkosten per werknemer stijgen 9%
  • De arbeidsproductiviteit 5%


  • 109/105 x 100= 103,8
  • De loonkosten per product stijgen met 3,8%

Slide 22 - Slide

Volgens Mo is de internationale concurrentiepositie van Nederland beter dan die van Spanje.

Waardoor kan de Nederlandse concurrentiepositie beter zijn?
A
Nederland exporteert meer
B
Nederland importeert mee
C
Nederlanders hebben een hoger inkomen
D
Nederlandse producten zijn goedkoper.

Slide 23 - Quiz

Wat is de invloed van scholing op de internationale concurrentiepositie?

Slide 24 - Open question

Antwoord
Scholing zorgt voor een stijging van de arbeidsproductiviteit. Een werknemer wordt beter in zijn taak en gaat gemiddeld meer produceren per tijdseenheid. Hierdoor dalen de loonkosten per product en daarmee ook de kosten per product. De verkoopprijs kan dalen en daarmee verbetert de internationale concurrentiepositie.

Slide 25 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je verschillende factoren benoemen die de beloning van arbeid beïnvloeden.
  • Kun je het begrip verzonken kosten bespreken en koppelen aan scholingskosten.
  • Kun je de voor en nadelen bespreken van scholing voor een werkgever. 

Slide 26 - Slide

Verschillen in beloning
  • de situatie op de arbeidsmarkt
  • de machtsverhoudingen
  • de overheidsinvloed
  • opleidingsniveau
  • talent
  • risico's

Slide 27 - Slide

Human capital
De kennis en vaardigheden die je als werknemer bezit en waar de werkgever over beschikt

Slide 28 - Slide

Kwaliteit personeel verbeteren
Door scholing

Slide 29 - Slide

Kun je de gemaakte kosten terugverdienen als de werknemer opstapt?
A
Nee
B
Nee
C
Nee
D
Nee

Slide 30 - Quiz

Verzonken kosten
Kosten die gemaakt worden en niet meer terug verdiend kunnen worden als de investering niet lukt

Slide 31 - Slide

Meer kennis en vaardigheden
  • Nadeel voor de werkgever:
  • Werknemer kan hierdoor wisselen van baan
  • Hoger loon willen

  • Oplossing:
  • In gesprek met de werknemer over contracten
  • Boeteclausules

Slide 32 - Slide

Welk voordeel heeft de werknemer als er scholing wordt aangeboden?

Slide 33 - Open question

Berovings
probleem
  • Het berovingsprobleem ontstaat als in een relatie de ene partij meer investeert in de samenwerking dan de andere partij waardoor de machtsverhouding verandert. 
  • Doordat de werkgever investeert in de scholing van de werknemer heeft de werknemer meer macht omdat hij kan dreigen met opstappen en is de werkgever kwetsbaar omdat hij zijn investering kwijt kan raken.

Slide 34 - Slide

Aan de slag
Maken t/m 3.16
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 35 - Slide