3.10 tot en met 3.17

3.10 tot en met 3.17
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

3.10 tot en met 3.17

Slide 1 - Slide

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2023-2024

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les
  • Kun je verschillende factoren benoemen die de beloning van arbeid beïnvloeden.
  • Kan je het reële inkomen berekenen
  • Kan je de invloed van hogere loonkosten op de internationale concurrentiepositie bepalen

Slide 3 - Slide

Koopkracht
  • Als je inkomen hetzelfde blijft en de prijzen stijgen, dan daalt je koopkracht.
  • Als je inkomen stijgt en de prijzen hetzelfde blijven, dan stijgt je koopkracht.
  • Wanneer je koopkracht stijgt, kun je meer behoeften vervullen. Je welvaart stijgt dan.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Reëel inkomen

  • Als je rekening houdt met de gevolgen van inflatie voor je inkomen, spreek je van een reëel inkomen.
  • Reëel inkomen = koopkracht. 
  • Je inkomensstijging is gecorrigeerd met de inflatie. 

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Er is 5% inkomensstijging en 3% inflatie. Wat gebeurd er met je koopkracht?
105 : 103 x 100 = 101,9 --> stijging van 1,9%
Ric = Nic : pic x 100%

Jullie mogen ook 5% - 3% = 2% opschrijven

Slide 7 - Slide

Loonprijsspiraal

Slide 8 - Slide

Loonkosten per product
Dus de loonkosten per product gaan op deze manier ontzettend omhoog! 

Om dat de compenseren, moet de arbeidsproductiviteit omhoog.

Slide 9 - Slide

Arbeidsproductiviteit
Het vergroten van de productie per werkende

  • De actieven meer uren per jaar laten werken --> productie wordt hoger
  • Arbeidsproductiviteit per uur verhogen

Slide 10 - Slide

Verhogen arbeidsproductiviteit
  • Gebruik maken van machines, computers etc
  • Scholing
  • Specialisatie 

Slide 11 - Slide

Hoger loon door hogere arbeidsproductiviteit?

  • Een werknemer produceert per uur meer, dus levert ook meer geld op
  • Wanneer werknemers op grond van de gestegen arbeidsproductiviteit bovenop de prijscompensatie nog een algemene loonstijging krijgen, noemen we dat een initiële loonstijging. 

Slide 12 - Slide

Incidentele loonstijging
Een loonstijging die niet voor iedereen geldt en het gevolg is van:
  • Promotie
  • Overwerken
  • Stijging van aantal dienstjaren

Slide 13 - Slide

Loonkosten per product
 Indexcijfer loonkosten per product = Indexcijfer loonkosten per werknemer / index arbeidsproductiviteit


Zo weet je wat iemand reëel kost per product. Iemand die hard werkt kost je dus minder, dan iemand die niet snel werkt.

Slide 14 - Slide

Indexcijfer loonkosten
Indexcijfer loonkosten = indexcijfer loonkosten per werknemer  x 100%
                                                   Indexcijfer arbeidsproductiviteit 

Stel de loonkosten per werknemer stijgen met 9% en de arbeidsproductiviteit met 5%. Dan is het indexcijfer van de loonkosten per product --> 109 : 105 x 100 = 103,8 --> loonkosten per product stijgen met 3,8 %

Slide 15 - Slide

Volgens Mo is de internationale concurrentiepositie van Nederland beter dan die van Spanje.

Waardoor kan de Nederlandse concurrentiepositie beter zijn?
A
Nederland exporteert meer
B
Nederland importeert mee
C
Nederlanders hebben een hoger inkomen
D
Nederlandse producten zijn goedkoper.

Slide 16 - Quiz

(Internationale) concurrentiepositie
Als de lonen stijgen --> loonkosten per product stijgen --> kosten per product hoger --> verkoopprijs producten duurder

Gevolg:
  • Dit is slecht voor de concurrentiepositie van een bedrijf
  • Er zullen minder verkopen plaats vinden
  • Winst daalt
  • Minder ruimte voor investeringen

 

Slide 17 - Slide

Wat is de invloed van scholing op de internationale concurrentiepositie?

Slide 18 - Open question

Antwoord
Scholing zorgt voor een stijging van de arbeidsproductiviteit. Een werknemer wordt beter in zijn taak en gaat gemiddeld meer produceren per tijdseenheid. Hierdoor dalen de loonkosten per product en daarmee ook de kosten per product. De verkoopprijs kan dalen en daarmee verbetert de internationale concurrentiepositie.

Slide 19 - Slide

Verschillen in beloning
  • de situatie op de arbeidsmarkt
  • de machtsverhoudingen
  • de overheidsinvloed
  • opleidingsniveau
  • talent
  • risico's

Slide 20 - Slide

Human capital
De kennis en vaardigheden die je als werknemer bezit en waar de werkgever over beschikt

Slide 21 - Slide

Aan de slag
Afmaken hoofdstuk 3 tot en met opdracht 17!
Klaar? Zelftest hoofdstuk 3 maken.

Slide 22 - Slide