2.2 Zuivere stoffen en mengsels

Hoofdstuk 2: Stoffen
§ 2: Zuivere stoffen en mengsels
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Stoffen
§ 2: Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?
  • Herhaling vorige les
  • Leerdoelen bspreken.
  • Uitleg paragraaf 2.2
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Vorige keer
  • Schrijf op 4 stofeigenschappen.


  • Welke toepassing kunnen stoffen hebben in het dagelijks leven?
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen zuivere stoffen en mengsels (op deeltjes niveau). 
  • Je kunt voorbeelden noemen van oplossingen en suspensies en uitleggen wat het verschil is tussen beide. 
  • Je legt uit hoe je mengsels kunt scheiden van elkaar. 

Slide 4 - Slide

Ice tea
Ingrediënten
Mengsel

Slide 5 - Slide

Zuivere stoffen
Mengsels
Bestaat uit maar één stof
Bestaat uit meerdere stoffen

Slide 6 - Slide

Soort mengsel: oplossingen
Oplossingen zijn altijd helder
Suiker in water:
Wat is het oplosmiddel?
Wat is de opgeloste stof?

Slide 7 - Slide

Deeltjesmodel
Oplossen, indampen, filtreren
Krimpen en uitzetten

Slide 8 - Slide

Mengsels en zuivere stoffen
  • Zuivere stof: wanneer de stof uit alleen maar uit dezelfde stof (deeltjes) bestaat.
  • Mengsel: een stof dat uit twee of meerdere stoffen (deeltjes) bestaat.

Slide 9 - Slide

Soort mengsel: suspensies
Suspensies zijn troebel (=niet doorzichtig)
Er zweeft fijn verdeeld poeder in de vloeistof

Slide 10 - Slide

Extraheren
Stoffen onttrekken door middel van oplossen
Thee zetten: smaak- en kleurstoffen uit het zakje op in het hete water

Slide 11 - Slide

Filtreren
Vaste stoffen scheiden van vloeibare stoffen
Koffie: koffiedik scheiden van koffie
Residu = vaste stof in het filter
Filtraat = vloeibare stof die door het filter gaat

Slide 12 - Slide

Afsluiting
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen zuivere stoffen en mengsels.
  • Je kunt voorbeelden noemen van oplossingen en suspensies en uitleggen wat het verschil is tussen beide.
  • Je legt uit hoe je mengsels kunt scheiden van elkaar. 

Slide 13 - Slide

Aan de slag
KGT
Wat? 
Hoe? 
Hulp? 
Klaar? 

Havo
Wat? Lees 2.2 en maak 1 t/m 9. 
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.
Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO
Klaar?
Nakijken!


Doelen:
Je kunt het verschil uitleggen tussen zuivere stoffen en mengsels (op deeltjes niveau).
Je kunt voorbeelden noemen van oplossingen en suspensies en uitleggen wat het verschil is tussen beide.
Je legt uit hoe je mengsels kunt scheiden van elkaar. 
timer
5:00
KGT
Wat? Lees 2.2 en maak 1 t/m 11. 
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.
Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO
Klaar?
Nakijken!

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken
  • Lees hoofdstuk 2.2 (blz. 51 t/m 53) 
  • Maak opdracht 1 t/m 11  in je Werkboek
  • Eerst 5 minuten in stilte, daarna zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw 
  • Klaar? Vraag om een nakijkblad!



timer
5:00

Slide 15 - Slide