Week 2A - P3 - Groeiende bevolking en stijgende behoeften

Hoofdstuk 7
Stoom en Fabrieken

Paragraaf 2: 
Groeiende bevolking en stijgende behoeften
Welkom bij geschiedenis!
Tekst
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 7
Stoom en Fabrieken

Paragraaf 2: 
Groeiende bevolking en stijgende behoeften
Welkom bij geschiedenis!
Tekst

Slide 1 - Slide

Onze afspraken
  1. In onze klas mag je altijd een vraag stellen. 
  2. Rust in de klas                                        - Als ik uitleg -> stilte.                          - Geconcentreerd werken -> stilte
  3. Telefoon, jassen, petten en AirPods zijn niet zichtbaar zonder mijn toestemming. 
  4. Vertrouwen

Slide 2 - Slide

Lesplanning
  • Lesdoelen
  • Herhaling en vragen
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoel vragen
  • bespreken lesdoelen
Lesplanning en huiswerk

Lesdoelen en opdracht

Oefenvragen

Instructie
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Huiswerk

Maken:                            §2 - af
Leren:                              §2
Wanneer inleveren:   Voor de volgende les
Waar inleveren:           tijdvoorgeschiedenis.nl

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Lesdoelen

  • Je kunt de belangrijkste kenmerken van de industriële revolutie uitleggen.
  • Je kunt verschillende uitvinders én hun uitvindingen noemen die leidden tot de industriële revolutie.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 5 - Slide

Wat is schaalvergroting?
A
Er ontstonden meer uitvindingen
B
Het proces van groei van de productie per bedrijf
C
Het groter worden van de bevolking
D
Werkzaamheden thuis voor vooral handmatige productie, vaak in opdracht van een handelaar

Slide 6 - Quiz

Wat was géén voordeel van de "spinning jenny"?
A
Men kon meerdere touwen tegelijk weven
B
Één persoon kon nu net zoveel produceren als 10 mensen
C
Kleding werd goedkoper
D
Huisnijverheid was niet meer nodig

Slide 7 - Quiz

Wat is huisnijverheid?
A
Mensen maken producten in hun eigen huis om te verkopen
B
Mensen maken producten vanuit grondstoffen in de fabrieken
C
Uitvinders bedenken nieuwe uitvindingen in hun eigen huis
D
Fabrieksbazen kopen machines om zo minder personeel te betalen

Slide 8 - Quiz

Wat is een gevolg van schaalvergroting?
A
Landbouw wordt kapitaalintensief
B
Boerenbedrijven worden kleiner in oppervlakte
C
Landbouw wordt kennisintensief
D
Afname biodiversiteit

Slide 9 - Quiz

Wat is een revolutie?
A
Een kleine verandering waar veel mensen mee te maken hebben.
B
Een kleine verandering waar weinig mensen mee te maken hebben.
C
Een grote verandering waar weinig mensen mee te maken hebben.
D
Een grote verandering waar veel mensen mee te maken hebben.

Slide 10 - Quiz

Wat is Continuiteit
A
Een situatie waarin alles hetzelfde blijft
B
Een situatie waarin dingen anders verlopen
C
Een situatie waarin dingen niet lopen zoals geplanned
D
Een situatie waarin dingen lopen zoals geplanned

Slide 11 - Quiz

Verandering
  • De machines in de Engelse textielindustrie steeds groter. 
  • In 1709 voor het eerst stoom toe. 
  • betrouwbaarder dan wind- of paardenkracht. 
  • Brandstof nodig.
  • Mijnen voor steenkool.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 12 - Slide

Stoommachines
  • Het probleem: Mijnen soms onder water 
  • Stoom gebruikt voor waterpompen
  • 1765: James Watt verbeterd stoommachine 
  • Gebruikt voor de aandrijving van allerlei machines.
  • Grotere en betere machines > meer en sneller > meer geld.  

Begrippen:
  • stoommachine
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 13 - Slide

Transport
  •  Meer transport nodig voor industrie. 
  • Nieuwe wegen en kanalen.
  • 1804:  stoomtrein.
  • Industriële Revolutie. 
Begrippen:
  • schaalvergroting
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 14 - Slide

Opdracht(en)

Maken: §2 - af

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Maken: §2 - af
Leren: §2
Wanneer inleveren: Voor de volgende les
Waar inleveren: Tijd voor geschiedenis

  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 16 - Slide

Leerdoelencheck!

Slide 17 - Slide

Lees: De stoommachine
Wie verbeterde de stoommachine ?
A
Thomas Edison
B
Thomas Watt
C
James Watt
D
James Edison

Slide 18 - Quiz

Waarom waren er meer wegen en kanalen nodig?
A
Meer handel tussen steden
B
Meer burgers wilden reizen
C
Voor toelevering en afvoer van industriële producten
D
Nodig voor de Stoommachine

Slide 19 - Quiz

Wat heb je nodig voor een stoommachine?
A
ijzer, staal en een rivier
B
water, steenkool en hout
C
een rivier, steenkool en hout
D
ijzer, staal, water en steenkool

Slide 20 - Quiz

Lesdoelen


  • Je kunt de belangrijkste kenmerken van de industriële revolutie uitleggen.
  • Je kunt verschillende uitvinders én hun uitvindingen noemen die leidden tot de industriële revolutie.
  • Lesplan
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Instructie
  • Opdracht(en)
  • Lesdoelvragen
  • Afsluiting

Slide 21 - Slide