Wk42_H4c_les2

Nederlands - HOO
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands - HOO

Slide 1 - Slide

Leerdoelen periode 1 
• Werkwoordspelling beheers je op niveau 3F en de overige spellingregels beheers je op niveau 3F (SLO Spelling) 
• Leesvaardigheid: je kunt het doel van de schrijver aangeven, onderscheid maken tussen verschillende soorten teksten, tekststructuren en verbanden herkennen en begrijpen. Daarbij kun je de betrouwbaarheid van een tekst beoordelen. (Test in de testweek) 
• Literaire ontwikkeling: je kunt reflecteren op het klassikaal gelezen werk. Daarbij kun je de algemene begrippen die bij literatuur horen, en de narratieve technieken uit Open Boek toepassen (leesverslag in voorbereiding op mondeling in P4) 

Slide 2 - Slide

Welk tekstdoel wil het publiek aanzetten om iets te doen of juist niet te doen?
A
Informeren
B
Activeren
C
Overtuigen
D
Opiniëren

Slide 3 - Quiz

Kan de hoofdgedachte in een vraagvorm worden geformuleerd?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Welke functies kan een titel hebben?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Welke functie heeft de inleiding van deze column
A
Het belang voor het publiek aangeven
B
kort de voorgeschiedenis beschrijven
C
naar een actuele gebeurtenis verwijzen
D
het belang voor het publiek aangeven

Slide 7 - Quiz

Welke functie heeft de inleiding van deze column?
A
Het belang voor het publiek aangeven
B
kort de voorgeschiedenis beschrijven
C
naar een actuele gebeurtenis verwijzen
D
het belang voor het publiek aangeven

Slide 8 - Quiz

Welke tekststructuur draait om een bepaald verschijnsel en de oorzaken daarvan?
A
Verklaringsstructuur
B
verleden-hedenstructuur
C
argumentatiestructuur
D
vraag-en- antwoordstructuur

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Wat is hier de kernzin?
A
1e zin
B
2e zin
C
laatste zin

Slide 11 - Quiz

Van welk verband is 'opdat' een signaalwoord?
A
middel-doelverband
B
vergelijkend verband
C
voorwaardelijk verband

Slide 12 - Quiz

Van welk verband is 'indien' een signaalwoord?
A
middel-doelverband
B
vergelijkend verband
C
voorwaardelijk verband

Slide 13 - Quiz

Wat is geen signaalwoord of -woordgroep waaraan je een standpunt herkent?
A
ik vind
B
volgens mij
C
kortom
D
namelijk

Slide 14 - Quiz

Lesprogramma
  • Verder lezen in Auxiety
    (volgende week dinsdag werkles, dan moet het boek uit zijn ) 
  • Bespreken opdracht 1, blz. 70
  • Tekststructuren herhalen + kernzinnen 
  • Opdracht 4, blz. 16, opdracht 4 en 5, blz. 23, opdracht 1, blz. 25 en opdracht 5, blz. 27
  • Let op! voor de SLO staat er een extra oefening in de studieplanner

Slide 15 - Slide