What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3.3 Moleculaire stoffen
3.3 Moleculaire stoffen
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
This lesson contains
18 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3.3 Moleculaire stoffen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen H3.3
de systematische naam van een moleculaire stof uit de formule afleiden;
de formule van een moleculaire stof uit de systematische naam afleiden;
uitleggen hoe een atoombinding tot stand komt;
uitleggen wat wordt bedoeld met het begrip covalentie;
de covalenties van een atoomsoort afleiden uit het periodiek systeem;
de structuurformule van een stof afleiden uit de molecuulformule en de covalenties;
aangeven wanneer een atoombinding wordt verbroken.
Slide 2 - Slide
Naamgeving
Systematische naamgeving
:
Stoffen een naam geven volgens vastgestelde regels
Triviale naam:
Een andere naam die veel wordt gebruikt voor dezelfde stof. Bijvoorbeeld: water i.p.v. diwaterstofoxide.
Slide 3 - Slide
Systematische naamgeving
Let op! MONO weglaten vooraan de naam
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Systematische naamgeving moleculen
Slide 6 - Slide
Atoombinding
Slide 7 - Slide
Watermolecuul
Water is de meest voorkomende moleculaire stof die uit meer dan één type element bestaat.
Molecuulformule:
Structuurformule:
Slide 8 - Slide
De binding tussen
O
en
H
De binding tussen de zuurstof en waterstof atomen heet een
atoombinding
.
Een atoombinding wordt ook wel chemische binding of
covalente binding
genoemd.
Deze worden met een
streepje
aangegeven
Slide 9 - Slide
De binding tussen
O
en
H
Slide 10 - Slide
De binding tussen
O
en
H
Slide 11 - Slide
De binding tussen
O
en
H
De atoombinding is een binding door een
gemeenschappelijk electronenpaar
Hierdoor krijgen de atomen een
edelgasconfiguratie
Slide 12 - Slide
Chloor
Slide 13 - Slide
Chloor
Slide 14 - Slide
Covalentie
Slide 15 - Slide
Is al in de edelgas configuratie (geen bindingen)
Heeft één electron nodig (1 binding)
Heeft twee electronen nodig (2 bindingen)
Heeft drie electronen nodig (3 bindingen)
Heeft vier electronen nodig (4 bindingen)
Slide 16 - Slide
Covalentie
De
covalentie
is de hoeveelheid bindingen die een element kan maken dit is dus eigenlijk hoeveel
streepjes
het element om zich heen moet hebben.
Slide 17 - Slide
Huiswerk
Leer HS3.3 (blz. 82-85)
Maak de vragen 24 t/m 31 (blz. 86-87)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.
Slide 18 - Slide
More lessons like this
3.3 moleculaire stoffen
November 2020
- Lesson with
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3.3 Structuurformules en namen van moleculaire stoffen
November 2021
- Lesson with
31 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
H3.2 Binding in moleculen
November 2023
- Lesson with
33 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
§3.3- Moleculaire stoffen
November 2023
- Lesson with
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
3.3 Moleculaire stoffen
January 2024
- Lesson with
29 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
H3.2 Binding in moleculen
November 2022
- Lesson with
35 slides
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
les 2.1 Atoombinding
September 2024
- Lesson with
35 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
les 2.1 Atoombinding
4 days ago
- Lesson with
35 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4