HIN 3tb - mening, argument en conclusie

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Fijn dat je er bent!
Pak je boek voor op blz 15, pak je schrift, je pen, 
je iPad/laptop en log in op deze LessonUp. 
Huiswerk was: opdracht 5, 6, 7 en 8 (boek blz. 14, 15 en 16 of online)
 



timer
3:00

Slide 2 - Slide

Deze week:


Les 1 Meer dan lezen, paragraaf 2 afmaken
Les 2 Meer dan lezen, paragraaf 3. Volgende week 
Les 3 Diatoetsen: tekst, spelling en woordenschat

Toets Meer dan Lezen over paragraaf 1 t/m 3 in week van 19 november. 

Slide 3 - Slide

Vandaag
  •  Lezen tekst 4 
  • Herhaling tekstverbanden en signaalwoorden
  • Huiswerk nakijken 

  • Opdrachten maken 
  • Vragen stellen
  • Afsluiting

Slide 4 - Slide

Lesdoel:


Je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 

Je herkent het verschil tussen meningen, argumenten en conclusie van een tekst.

Slide 5 - Slide

TikTok biedt hoop, blz 16
Samen lezen we tekst 4 


Slide 6 - Slide

Wat?
Maak opdracht 11 op blz 15 en 16. 
Hoe?
Zelfstandig. 
Werk de antwoorden uit in je boek of schrift.
Hulp
De theorie in deze LessonUp en de uitleg op blz. 10 en 17
Tijd
Tot het klaar is. 
Waarom?
Om te oefenen voor de leestoets in de toetsweek.
Klaar?
Ga naar blz 19 en lees de theorie. Lees tekst 1 en maak opdracht 1. 
Huiswerk morgen  
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Herhaling leerjaar 2
Noem 2 signaalwoorden die horen bij het tekstverband 'opsomming.'

Slide 8 - Open question

De volgende tekstverbanden ken je al uit klas 1 en 2. 

Slide 9 - Slide

Je leert nu drie nieuwe tekstverbanden en signaalwoorden die daarbij horen. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 12 - Mind map

Heb je                       vragen?

Steek je vinger op en 
wacht tot je aan de beurt bent. 

Slide 13 - Slide

Iets wat waar is of onwaar en wat je kunt controleren.
Iets wat iemand vindt en waarmee je het eens of oneens kunt zijn.
De reden waarom iemand iets vindt.
Een argument is...
Een feit is...
Een mening is...

Slide 14 - Drag question


Meningargument 
en conclusie




Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Met een mening kun je het eens of oneens zijn. Een mening herken je vaak (maar niet altijd) aan signaalwoorden als ik vind, volgens mij, lijkt mij, daarom, dan ook en dus en aan formuleringen als er moet, er zou moeten en we zouden moeten.

Slide 15 - Slide


Mening, argument
en conclusie


Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een of meer argumenten. Een argument herken je vaak (maar ook niet altijd) aan signaalwoorden als want, omdat, immers en namelijk:

- Er moeten verkeersdrempels in deze straat komen (mening), want er wordt hier veel te snel gereden (argument).
Mick zou op basketbal moeten gaan (mening); daar is hij met zijn lengte van ruim twee meter namelijk erg geschikt voor (argument 1). Bovendien is hij erg handig met een bal (argument 2).

Slide 16 - Slide


Mening, argument
en conclusie


Als een schrijver alle argumenten heeft gegeven, trekt hij aan het eind vaak een conclusie. De schrijver kan dan kort zijn mening en argumenten herhalen. Je herkent een conclusie aan signaalwoorden zoals: dus, concluderend, dat betekent. Bijvoorbeeld: – Als je je afval scheidt, is dat dus goed voor het milieu, omdat je dan zuinig bent met grondstoffen en energie. Daarom vind ik dat iedereen zijn afval zou moeten scheiden.

Slide 17 - Slide

Heb je                       vragen?

Steek je vinger op en 
wacht tot je aan de beurt bent. 

Slide 18 - Slide

Wat?
Paragraaf 3: Mening, argument en conclusie. Maak opdracht 1 op blz 18-20. 
Hoe?
Zelfstandig. 
Werk de antwoorden uit in je boek of schrift.
Hulp
Je brein, buurman of boek. 
Tijd
Tot het klaar is. 
Waarom?
Om te oefenen voor de leestoets over paragraaf 1 tot en met 3. 
Klaar?
Werk alvast verder aan opdracht 4. 
Huiswerk voor morgen  
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Lesdoel:


Je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 

Je herkent het verschil tussen meningen, argumenten en conclusie van een tekst.

Slide 20 - Slide

Ik heb de lesdoelen gehaald.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Fijne dag!
Tot morgen! 

Slide 22 - Slide