5.1 Dierlijke en plantaardige voedingsstoffen
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Lien
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Je gaat bezig met fitnesstraining. Je wil zo veel mogelijk arm- en beenspieren ontwikkelen. Welke van deze kan je het beste eten voorafgaand aan je training als dit je doel is?
A
Pannenkoeken met poedersuiker en stroop
B
Een stuk rollade met een bonensalade
C
Een salade met veel groenten (sla, komkommer en tomaat)
Slide 5 - Quiz
In welke Binas-tabellen kan je de structuurformule van 1) aminozuren en 2) vetten vinden?
Slide 6 - Question ouverte
Waaruit is een eiwit opgebouwd?
Slide 7 - Question ouverte
Waar of niet waar? De lever kan aminozuren maken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
De aminozuren die je lever maakt, noemen we de essentiële aminozuren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Hoeveel aminozuren kan de lever maken? (Gebruik eventueel de Binas)
A
5
B
11
C
20
D
36
Slide 10 - Quiz
Waarom is het belangrijk om verschillende eiwitbronnen in je dieet te hebben?
Slide 11 - Question ouverte
Als je wilt afvallen is een dieet zonder vet een goed idee
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
Je lichaam kan zelf alle nodige vetzuren maken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quiz
Noem de twee typen essentiële vetzuren
Slide 14 - Question ouverte
Welke groepen voedingsstoffen kan je uit plantaardig voedsel halen?
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Beschermende stoffen
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 15 - Quiz
Waar of niet waar? Alle plantaardige producten hebben ongeveer dezelfde hoeveelheid energie
A
Waar
B
Niet waar
