Werkwoorden in de tegenwoordige tijd gr 6. 7.3.11

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd

deel 3.

Schrijf de ik-vorm (stam) van het werkwoord "lopen".

Schrijf de ik-vorm (stam) van het werkwoord "blazen".

Schrijf de ik-vorm (stam) van het werkwoord "zeven".

Hoe vind je het onderwerp in de zin?

Stappen

1. Lees de zin.

2. Zoek het onderwerp.

4. Zet de stappen in het schema en controleer.

3.Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

Zijn jullie er klaar voor?!

Wat is het onderwerp?
Op dit kruispunt rijden regelmatig auto's.

1. Op dit kruispunt
2. dit kruispunt
3. regelmatig auto's
4. auto's

Is het ondewerp enkelvoud of meervoud?
De politie rende achter de vrouw aan.

1. Enkelvoud
2. Meervoud

opvoeden (TT)
De leeuwin..........de welpjes alleen .....

melden (TT)
Ik..........het wel al ik mijn werk af heb.

kaarten (TT)
De dames .............iedere week drie keer.

slapen (TT)
De atleten........na de wedstrijd.

schudden (TT)
..............het huis heen en weer tijdens de aardbeving?

broeden (TT)
De kip...................de eieren uit.

geloof

gelooft

geloven

Er staan 4  vier werkwoorden. Maak goede combinaties. 

Hij......................het verhaal van het mooie meisje.

.............Ik dat nou echt? 

De kinderen.................

de juf.

werkwoorden (TT)
Waar kan de juf of een maatje jou mee helpen?

GOED GEOEFEND!!!!