Herhalen Zuren en basen uit de 4e klas

Herhalen zuren en basen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Herhalen zuren en basen

Slide 1 - Diapositive

Sleep de termen naar de juiste plaats op de pH schaal.
zuur
neutraal
basisch

Slide 2 - Question de remorquage

Wanneer je een zure oplossing verdunt met water ...
A
... wordt de pH lager.
B
blijft de pH gelijk.
C
... wordt de pH hoger dan 7.
D
... wordt de pH hoger tot 7.

Slide 3 - Quiz

Wat is waar?
A
Een zuur en een base kunnen een H+ opnemen
B
Een zuur staat H+ af en een base neemt er een op
C
Een zuur neemt H+ op en een base staat er een af
D
.Een zuur en een base kunnen een H+ afstaan

Slide 4 - Quiz

Sterke en zwakke zuren?
Sterke zuren zijn geïoniseerd. 
Wat??? Los van elkaar!

Wanneer ben je sterk?
 alles boven H3O+ in SD 9.1c

LEER DE QUIZLET OP DE ELO

Slide 5 - Diapositive


Als je het gas HCl door water leidt, ontstaat de oplossing die hiernaast schematisch is weergegeven. Deze oplossing heet zoutzuur.

Je noteert zoutzuur als:
A
H+ (aq) + Cl-(aq)
B
H+ (g) + Cl-(g)
C
HCl (aq)
D
HCl (g)

Slide 6 - Quiz

Bij een zuur-base-reactie wordt een...
A
H+ overgedragen van een zuur naar een base.
B
OH- overgedragen van een zuur naar een base.
C
H+ overgedragen van een base naar een zuur.
D
OH- overgedragen van een base naar een zuur,

Slide 7 - Quiz

Salpeterzuur opl
Zwavelzuur opl.
Fosforzuur opl.
Zoutzuur
Koolzuur- houdend water
Azijnzuur opl.
H+, NO3-
H+, SO4^3-
H+, PO4^3-
H+, CO3^2-
H+, Cl-
H+, CH3COO-
HNO3
H2SO4
H3PO4
H2O, CO2
HCl
CH3COOH

Slide 8 - Question de remorquage

Hoe zit het met de basen?
Als het is zout is... let op is hij opgelost?
Hoe weet je dat?
Er staat oplossing! Of in het woord zit oplossing

Opgelost = losse ionen
 niet opgelost = aan elkaar!

Slide 9 - Diapositive

Natronloog
IJzer(III)oxide
Kalkwater
Calciumcarbonaat
Na+, OH-
Fe3+, O2-
Ca2+, OH-
Ca2+, CO3^2-
Fe2+, O2-
NaOH
Fe2O3
Ca(OH)2
CaCO3

Slide 10 - Question de remorquage

Sleep de formule naar de juiste naam.
hydroxide
oxide
ammoniak
carbonaat
waterstofcarbonaat
koolzuur
ammonium
natronloog
kaliloog
kalkwater
Na+ (aq) + OH-(aq)
K+ (aq) + OH-(aq)
Ca2+ (aq) + 2 OH- (aq)

Slide 11 - Question de remorquage

Zuurgraad berekenen
pH = -log[H+] (en [H+] = 10^-pH)
pOH = -log[OH-] (en [OH-] = 10^-pOH)
pH + pOH = 14 (bij kamertemperatuur)

Let op: In een basische oplossing reken je altijd met de [OH-] 


Slide 12 - Diapositive

Bereken de [H+] in een oplossing met pH = 2,50?

Slide 13 - Question ouverte

Bereken de [OH-] in een oplossing met pH 10,25

Slide 14 - Question ouverte

Bereken de pH van
0,015 M kaliloog?

Slide 15 - Question ouverte

Bereken de pH van 0,25 M zwavelzuuroplossing

Slide 16 - Question ouverte

Bereken de pH van een oplossing met pH=5,5 die 10x wordt verdund.

Slide 17 - Question ouverte