Zoals een inhoudsopgave van een boek gebruiken om benodigde informatie te vinden, kernwoorden en kernzinnen herkennen door een tekst te skimmen en te scannen. Maar ook weten welke bronnen er online en offline beschikbaar zijn en welke hulpmiddelen hier gebruikt kunnen worden: Overzicht van de bibliotheek van welke boeken zij hebben, een inhoudsopgave van een boek, online zoekmachines, digitale databases, bibliothecarissen die vragen kunnen beantwoorden etc.).
Kan op basis van een lijst mogelijke zoekstrategieën bepalen welke beste is voor gegeven informatiebehoefte.
Door naar relevantie, detail, autoriteit en mogelijke vooroordeel te kijken. En door beoordelen of een auteur over de nodige expertise beschikt.
Wanneer is een website accuraat, wanneer is up-to-date informatie belangrijk etc.
Bijvoorbeeld in outlines, grafische organizers, note cards etc.
Denk aan plagiaat, copyright, creative commons, eerlijk gebruik, wanneer iets wel en niet gebruiken (vanuit ethisch oogpunt) etc.
Presenteren van een infographic, storyboard, video etc.
Sterke en zwakke punten van de presentatie benoemen. Aangeven wat de volgende keer beter kan.
Sterke en zwakke punten van de presentatie benoemen. Aangeven wat de volgende keer beter kan.