In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefenen met de lesstof van H7
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de naam van het element met atoomnummer 6?
Slide 2 - Open vraag
Een element heeft 8 protonen in de kern. Over welk element gaat het?
Slide 3 - Open vraag
Jan onderzoekt nog een ion. In de kern zitten 16 protonen, daaromheen zitten 18 elektronen. Geef de formule van het ion.
Slide 4 - Open vraag
Geef de naam van: PbS
Slide 5 - Open vraag
Geef de naam van:
MgCl2
Slide 6 - Open vraag
Geef de naam van:
FeCl2
Slide 7 - Open vraag
Geef de formule van: zilverfluoride
Slide 8 - Open vraag
Geef de formule van: natriumhydroxide
Slide 9 - Open vraag
Geef de formule van: ijzer(II)sulfide
Slide 10 - Open vraag
Geef de formule van: mangaan(IV)oxide
Slide 11 - Open vraag
Geef de formule van: loodhydroxide
Slide 12 - Open vraag
Vanadiumchloride kan voorkomen als VCl3 en als VCl5. Jos doet een ontledingsreactie met vanadiumchloride en na het uitvoeren van de reactie heeft hij 6 gram vanadium en 20,9 gram chloor. Heeft hij VCl3 of VCl5 ontleedt?
Slide 13 - Tekstslide
Bij hoofdpijn wordt vaak paracetemol (C8H9NO2) gebruikt. Bereken het massapercentage zuurstof in paracetemol.
Slide 14 - Tekstslide
Uitdaging:
Om zoutzuur (HCl) te maken, moet men waterstof en chloor bij elkaar brengen. Hoeveel gram chloor moet toegevoegd worden aan 15 g waterstof, voor het maken van zoutzuur?
Slide 15 - Tekstslide
Jan onderzoekt een ion. In de kern zitten 11 protonen, daaromheen 10 elektronen. Geef de formule van het ion.