Ik heb vanmorgen voor mijn moeder een ontbijtje gemaakt.
Persoonsvorm
Vraagzin maken / tijd veranderen
heb
Werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin
heb gemaakt
Onderwerp
Wie / wat + wwg?
ik
Lijdend voorwerp
Wie / wat + wwg + o?
een ontbijtje
1
2
3
4
Slide 4 - Tekstslide
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je bijwoordelijke bepaling.
waar, wanneer, hoe, waarover, waarom, waardoor etc...
Slide 5 - Tekstslide
SAMENGESTELDE ZINNEN
In iedere zin staat een persoonsvorm.
Zinnen met één persoonsvorm en één onderwerp noem je
een enkelvoudige zin.
Zinnen met twee of meer persoonsvormen noem je samengestelde zinnen.
Bij elke persoonsvorm hoort een onderwerp.
Slide 6 - Tekstslide
SAMENGESTELDE ZINNEN
Als je van twee losse zinnen één zin maakt,
heb je een voegwoord nodig.
Rens drinkt cola. Lot drinkt water.
Rens drinkt cola en lot drinkt water.
Slide 7 - Tekstslide
SAMENGESTELDE ZINNEN
De woordvolgorde van een samengestelde zin hangt af van het voegwoord. Met een voegwoord zoals en, want en maar staan de persoonsvormen en de onderwerpen naast elkaar.
Opawerkte. Omadeed het huishouden.
Opawerkte en omadeed het huishouden.
Iedereenviert feest. Hetis bevrijdingsdag.
Iedereenviert feest, want hetis bevrijdingsdag.
Slide 8 - Tekstslide
SAMENGESTELDE ZINNEN
Met voegwoorden zoals omdat, doordat en hoewel hoeven de persoonsvormen en de onderwerpen niet naast elkaar te staan.
Napoleons vrouwhad een hondje.. Napoleonhield niet van dieren.
Napoelons vrouwhad een hondje, hoewel Napoleon niet van dieren hield.
Iedereenviert feest. Hetis bevrijdingsdag.
Iedereenviert feest, omdat het bevrijdingsdag is.
Slide 9 - Tekstslide
SAMENGESTELDE ZINNEN
In een samengestelde zin kunnen naast de persoonsvormen nog andere werkwoordsvormen staan.
Ik wil (ww = pv) graag op tijd komen (ww),
maar ik heb (ww = pv) de bus gemist(ww).
Slide 10 - Tekstslide
Rembrandt ging in de leer bij een meester-schilder, omdat hij goed kon tekenen.
Noteer de persoonsvormen van de samengestelde zin.
Slide 11 - Open vraag
Rembrandt ging in de leer bij een meester-schilder, omdat hij goed kon tekenen.
- Online gemaakte opdrachten doornemen: wat vond je lastig? - Noteer de moeilijkheden - Ga deze oefenen via de pnline lesmethode: De Brug OF op de gegeven websites