In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Bijwoordelijke bepaling
NN7 - Grammatica - §11
1havo - 1vwo
Slide 1 - Tekstslide
Bekijk de volgende zinnen:
Op zolder / liggen / twee paar schaatsen.
Yasmina/ viert / over twee weken / haar verjaardag.
De barbecue / werd / vanwege het slechte weer / afgelast.
Slide 2 - Tekstslide
In deze zinnen zijn de vetgedrukte zinsdelen bijwoordelijke bepalingen.
Een bijwoordelijke bepaling (bwb) geeft vaak een plaats (op zolder), een tijd (over twee weken) of een reden (vanwege het slechte weer) aan.
Slide 3 - Tekstslide
Bijwoordelijke bepalingen geven vaak antwoord op vragen die beginnen met de vraagwoorden Wanneer, Waar… (Waardoor? Waarheen? enzovoort) en Hoe… (Hoelang? Hoe ver? enzovoort).
Deze vraagwoorden zijn zelf ook bijwoordelijke bepaling als ze in een zin voorkomen: Waar heb je die gave tas gekocht? Wanneer zullen we afspreken?
Slide 4 - Tekstslide
Een zin kan geen, één of meer bijwoordelijke bepalingen bevatten.
Slide 5 - Tekstslide
Zo vind je de bijwoordelijke bepalingen
Bekijk de zin: ’s Morgens / brengt / Koen / zijn broertje / naar school.
Slide 6 - Tekstslide
Zo vind je de bijwoordelijke bepalingen
Bekijk de zin: ’s Morgens / brengt / Koen / zijn broertje / naar school.
1. Noteer onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
ow = Koen
wg = brengt
Slide 7 - Tekstslide
Zo vind je de bijwoordelijke bepalingen
Bekijk de zin: ’s Morgens / brengt / Koen / zijn broertje / naar school.
2.Noteer lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp.
lv = zijn broertje
mv = –
Slide 8 - Tekstslide
Zo vind je de bijwoordelijke bepalingen
Bekijk de zin: ’s Morgens / brengt / Koen / zijn broertje / naar school.
3.Zoek of er zinsdelen zijn die antwoord geven op vragen als Wanneer? Waar? Hoe? enzovoort. Die zinsdelen zijn meestal een bijwoordelijke bepaling.
Slide 9 - Tekstslide
Zo vind je de bijwoordelijke bepalingen
Bekijk de zin: ’s Morgens / brengt / Koen / zijn broertje / naar school.
bwb = ’s Morgens (geeft antwoord op de vraag Wanneer?)
bwb = naar school (geeft antwoord op de vraag Waarheen?)
Slide 10 - Tekstslide
Simon heeft eindelijk een afspraakje met Zahra durven maken. Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Slide 11 - Open vraag
Vanwege haar grote inzet kreeg Roxy van haar werkgever een bonus. Wat zijn de bijw. bepalingen? Zet er een komma tussen.
Slide 12 - Open vraag
Voor Moederdag stuurt Oliver zijn moeder altijd een lief kaartje. Wat zijn de bijw. bepalingen? Zet er een komma tussen.
Slide 13 - Open vraag
Bij de eerstvolgende verkiezingen doen veel politieke partijen mee. Wat is de bijw. bepaling?
Slide 14 - Open vraag
Wanneer gaan we een potje Rummikub spelen? Wat is de bijw. bepaling?
Slide 15 - Open vraag
Ga nu naar de planning van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die zijn klaargezet.