Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
20/3 LnB
Welkom LnB!
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b
Leerjaar 1
In deze les zitten
16 slides
, met
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
100 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom LnB!
Slide 1 - Tekstslide
Planning deze lessen
stillezen
werken in mapje les 33, 34
wat is Pasen
filmpje kijken
tijd over: beroepen raden
Slide 2 - Tekstslide
Stillezen
Schrijf de moeilijke
woorden in je schrift en op het blaadje
timer
10:00
Slide 3 - Tekstslide
werken in mapje: les 33, 34
Slide 4 - Tekstslide
Pasen
zondag 31 maart is het Pasen
wat is Pasen?
Slide 5 - Tekstslide
wat is Pasen
Schrijf zoveel mogelijk woorden op die met Pasen te maken hebben
Slide 6 - Tekstslide
Retourtje Israel Pasen
Slide 7 - Tekstslide
beroepen omschrijven
Ik noem een aantal dingen die bij het beroep horen.
Jullie moeten raden welk beroep ik bedoel.
Slide 8 - Tekstslide
woorden omschrijven
een persoon uit een groepje pakt een kaartje en omschrijft de woorden die erop staan
De anderen moeten het woord raden.
Let op: je mag geen woorddeel noemen
Je mag ook geen andere taal gebruiken
Als je het woord niet kent, schrijf je het op een blaadje.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
't x kofschip
eindigt de ik-vorm (stam) op een letter uit het 't x kofschip
dan -te
Slide 11 - Tekstslide
Klokhuis afkijken
De douane
Slide 12 - Tekstslide
nieuw plattegrond
Ibrahim Iliric Vova Parawee Fatima
Zyle Shabaan
Rika Meena
Raneem Racha
Polina Lera Mariam
Slide 13 - Tekstslide
zinnen
Bevestigende zin:
De leraar komt om half 9 op school.
De jongens gaan vanmiddag voetballen.
Vraagzin:
Komt de leraar om half 9 op school?
Gaan de jongens vanmiddag voetballen?
Bij een vraagzin komt de
persoonsvorm/het werkwoord vooraan.
Slide 14 - Tekstslide
onderwerp en persoonsvorm
De persoonsvorm is het werkwoord dat verandert als je de zin in een andere tijd zet. Of als je een vraagzin maakt, komt de persoonsvorm vooraan.
Voorbeeld:
Ik ga naar huis -> ik
ging
naar huis
->
Ga
ik naar huis?
Het onderwerp is degene die het doet. Je stelt de vraag: wie of wat?
Het onderwerp staat voor of achter de persoonsvorm. Wie gaat naar huis? ->ik (=het onderwerp)
Slide 15 - Tekstslide
bepalingen van tijd en plaats
Bepalingen van tijd zoals: even, meteen, straks, morgen, komen voor bepaling van plaats.
Bepalingen van plaats: buiten, daar enz.
Voorbeeld:
De kinderen gaan straks naar buiten.
NIET: De kinderen gaan naar buiten straks.
Slide 16 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
11/9 LnB
Augustus 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
7/10 kaart schrijven 12B
Augustus 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
zinsdelen quiz
September 2024
- Les met
29 slides
LessonUp
Primary Education
Lower Secondary (Key Stage 3)
Upper Secondary (Key Stage 4)
grammatica 1.4 en 2.4 (1KGT)
November 2021
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Onderwerp en persoonsvorm
November 2023
- Les met
52 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
Oktober 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
TAALBESCHOUWING PV, onderwerp, lidwoorden, hulpwerkwoord
Oktober 2021
- Les met
14 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6-8